In een zaak rond verboden personeelsafspraken heeft de Amerikaanse rechter Lucy Koh een schikkingsvoorstel van $324,5 miljoen dollar van Apple, Google, Intel en Adobe afgewezen, zo hebben verschillede Amerikaanse media laten weten. Het betreft een zaak tussen Apple, Google, Intel en Adobe en zo’n 64.000 getroffen werknemers dat al sinds 2011 loopt.
Werknemers van de bedrijven klaagden de genoemde bedrijven aan in een rechtszaak dat ‘class-action’ wordt genoemd. Dit houdt in dat Apple, Google, Intel en Adobe met elkaar hebben afgesproken geen personeel van elkaar aan te nemen. Het schikkingsbedrag van $324,5 miljoen dollar dat de bedrijven de werknemers wilde betalen is door Lucy Koh afgewezen. Volgens haar kon het Hof niet bepalen dat de schikking binnen de grenzen van redelijkheid valt. Het Hof stelt in zijn kort geding dat er voldoende bewijs is voor een overkoepelende samenzwering tussen de zeven gedaagden.
Volgens rechter Koh zou het schikkingsbedrag met minimaal $50 miljoen dollar moeten worden verhoogd. Hiermee verwijst ze naar de schikking tussen werknemers en eigenaren van filmbedrijven Intuit, LucasFilm en Pixar. Deze bedrijven werden aangeklaagd met dezelfde ‘class-action’-rechtszaak, maar schikten voor een bedrag van $20 miljoen dollar. De bedrijven hadden minder getroffen werknemers dan Apple, Google, Intel en Adobe. Echter zou het omgerekend volgens Koh toch als maatstaf gelden. In haar verklaring zei ze: “Het Hof maakt zich zorgen dat de aanklagers proportioneel gezien minder gecompenseerd worden dan de geschikten een jaar geleden, ondanks het feit dat de zaak sindsdien is gevorderd in het voordeel van de aanklagers”
Koh merkte overigens ook nog op dat het bewijs tegen de filmbedrijven niet sterker was dan dat tegen de techbedrijven. Volgens haar was wijlen Steve Jobs, wie oprichter was van zowel Apple als van Pixar, “een belangrijke, zo niet de centrale figuur in de vermeende samenzweering”. Hierbij gaat het onder meer om e-mails tussen Jobs en voormalig Google-CEO Eric Schmidt. Zij maakten afspraken over het niet aannemen en ‘lokken’ van personeel van elkaar. Hiermee wilden de bedrijven kosten uitsparen én de strijd om personeel vermijden. Hierdoor liep het personeel van alle bedrijven die betrokken zijn bij de rechtszaak echter kans op werk mis.