Apple werkt al jaren met het zogenaamde ’tick tock’ model als het gaat om iPhones. De ene keer een toestel met compleet vernieuwd toestel, het jaar erop hetzelfde toestel met betere hardware. Die laatste hebben altijd een ‘s’ achter hun naam. Het wordt ieder jaar moeilijker om met innovatieve features te komen die potentiële klanten lokken. De iPhone 6s was wat dat betreft ook een tegenvaller voor veel mensen. Het aantal verkopen liet dat goed zien.
Nu komt Apple met een nieuwe generatie, de iPhone 7. Toch is het enerzijds gewoon een iPhone 6s met verbeterde hardware. Tegelijkertijd is er wel een aangepast design. Is het genoeg om weer records te vestigen? In deze review lees je over mijn bevindingen van het toestel.
Specificaties
- iPhone 7
- 128 GB
- Zwart
- IP67-bestendigheidsnorm
- 4,7-inch Retina HD-display
- 1334×750 pixels (326 ppi)
- Brede kleurweergave (P3)
- Max. helderheid 625 cd/m2 (standaard)
- 2,34 GHz quad-core A10 Fusion-chip
- 2x prestatie-cores
- 2x efficiency-cores
- M10-bewegingscoprocessor
- 2 GB LPDDR4 RAM
- 12 megapixel iSight-camera
- Optische beeldstabilisatie
- 7 megapixel FaceTime HD-camera
- iOS 10
Review
Inleiding
“De hele tijd dat ik de iPhone 7 gebruikte had ik het gevoel dat ik een prototype gebruikte van de volgende geruchtmakende iPhone met drastisch nieuw ontwerp, vermomd als een iPhone 6. Al die brede gokken op de toekomst zijn met recht erg spannend, maar hier in het heden voelt het gebruiken van de iPhone 7 in een hoesje net zoals het gebruiken van een iPhone 6s met een vreemdere thuisknop en meer adapters”.
Design
Maar het is toch gitzwart die de show stal bij Apple’s presentatie, in de marketing van het bedrijf en onder geïnteresseerde kopers. Het is namelijk volledig glanzend zwart, bijna als glas eigenlijk. Toch is het dat niet, het is gewoon aluminium waarbij een techniek is toegepast die zorgt voor het hoogglans effect. Het resultaat is verbluffend moet ik toegeven, maar het brengt wel een probleem met zich mee die veel potentiële kopers ervan weerhoudt de iPhone 7 in die kleur te kopen. Namelijk dat het vingerafdrukken aantrekt én je veel last krijgt van krasjes. Apple raadt dan ook aan een hoesje erbij te nemen. Maar dat zou nou net dé reden wegnemen waarom je die gitzwarte iPhone neemt: om dat prachtige design. Het is jammer dat het zo snel krast, want ik moet eerlijk toegeven dat ik dan die variant had gekocht.
De grootste verandering is natuurlijk de spat‑, water‑ en stofbestendigheid De nieuwe iPhones zijn gecertificeerd met de IP67-bestendigheidsnorm. Dit houdt in dat ze volledig stofdicht zijn en tot 30 minuten lang in het water kan bij een diepte van maximaal 1 meter. In de praktijk blijkt de iPhone 7 meer aan te kunnen, maar Apple is zoals verwacht weer erg ‘conservatief’ met dit soort dingen. Zo voorkomt het bedrijf dat gebruikers misbruik kunnen gaan maken van de situatie. De waterbestendigheid zorgt er vooral voor dat je niet meer bang hoeft te zijn dat je iPhone beschadigd is geraakt mocht je hem een keer in de wc laten vallen. Apple raadt wel aan om, als het toestel in aanraking is gekomen met water, minimaal vijf uur te wachten voordat je hem weer oplaadt. Sowieso ben je niet verzekerd tegen waterschade, ondanks deze IP67-norm. Dat is een nadeel, maar weerhoudt de meesten er toch niet van hun iPhone te gebruiken in het water.
De nieuwe thuisknop
Er gingen al langer geruchten over en met de iPhone 7 heeft Apple eindelijk antwoord gegeven op de vragen van veel mensen: wat gaat er werkelijk gebeuren met de thuisknop van de iPhone?
Om te beginnen is de mechanische knop weg. Wanneer het toestel uitstaat en je drukt op de knop zul je dan ook voelen dat er geen beweging in te krijgen is. Dat komt, omdat het nu een slijtvaste en drukgevoelig oppervlak is. Er wordt gebruik gemaakt van Force Touch en Taptic Engine. Force Touch is Apple’s implementatie van drukgevoeligheid. Je vindt het in de Apple Watch en het trackpad bij bepaalde MacBooks.
Dankzij Taptic Engine krijg je, wanneer je drukt, een soort feedback. Zegmaar, om aan te geven dat je gedrukt hebt. Wat je voelt lijkt een beetje op wanneer je op een normale knop drukt. Dat is wat men bij de iPhone 7 wilde doen, maar dan met een onderdeel dat essentieel is in het dagelijks gebruik van de smartphone. Of dat gelukt is? Volgens sommige sites, die de iPhone al getest hebben voordat deze uitkwam, niet helemaal. Het zou vreemd aanvoelen en totaal niet als een echte klik zoals bij de Force Touch trackpads.
Toen ik de iPhone opstartte en op het scherm kwam waar je begint om het toestel in te stellen, wilde ik meteen even die nieuwe thuisknop proberen. En dat beviel eigenlijk nog best goed. Het voelde even anders, maar niet irritant of wat dan ook. Toen ik bij instellingen voor de nieuwe thuisknop kwam koos ik voor optie 3, in plaats van 2 (wat standaard is). Reden hiervoor is dat optie 3 net wat meer aanvoelt als de oude thuisknop. Tegelijkertijd ook weer niet, maar het komt er dicht in de buurt. Het is in het begin wat anders als jaren gewend bent geweest aan de fysieke knop, maar het went snel. Nu voelt het juist zeer vertrouwd. Je kunt het niveau van feedback trouwens naderhand nog veranderen, dus mocht een bepaalde instelling je niet bevallen dan pas je dit simpelweg aan door naar Instellingen > Algemeen > Thuisknop te gaan. Je kunt alles in alle rust uitproberen, zo bevestigt ook de tekst onderin het instelscherm: druk op de thuisknop om het uit te proberen.
Verbeterde Taptic Engine
Dan nog even de Taptic Engine waarover ik eerder sprak. Deze is ook verbeterd namelijk en levert nu haptische feedback wanneer je op bepaalde systeemelementen drukt, zoals een schakelaar bij instellingen of wanneer je bedieningspaneel opent. Ditzelfde vind je op veel Android-toestellen, alleen wordt er dan gebruik gemaakt van de trilmotor. En dat is lang niet zo subtiel als Apple’s Taptic Engine. Je voelt dan ook geen trillingen, maar echt tikjes. Net als bij de Apple Watch eigenlijk, die ook over een Taptic Engine beschikt. Het is een relatief kleine toevoeging, maar het heeft iets dat de ervaring helemaal afmaakt. Wie het design van vóór iOS 7 heeft gezien, kent wel dat skeuomorphisme. Zegmaar, dat gestikte leer bij de Agenda-app, of de rekenmachine die er heel realistisch uitzag. Met iOS 7 ging Apple naar een plat design, dit was voor velen echt even wennen. De iPhone 7 lost dit min of meer op. Het is nu nog niet zo heel uitgebreid, maar het is er wel. Zoals ik net aangaf voel je het wanneer je een schakelaartje omzet. Maar ook wanneer je een slider (bijvoorbeeld van het volume of schermhelderheid) helemaal naar links of rechts schuift voel je een tikje. Ontwikkelaars van applicaties in de App Store kunnen dit dankzij een API zelf implementeren. Nogmaals, het is een kleine, maar welkome functie.
Display
De iPhone 7 beschikt net als zijn voorganger over een 4,7-inch Retina HD (IPS)-display met resolutie van 1334×750 pixels met 326 pixels per inch. Dit aantal pixels per inch is sinds de iPhone 4 onveranderd gebleven (met uitzondering van de iPhone 6 Plus, 6s Plus en 7 Plus die 401 ppi hebben). Toch is het een en ander veranderd aan het scherm bij iedere nieuwe generatie iPhone. Ook bij de iPhone 7 is het scherm verbeterd. Met name op twee punten: de kleurweergave en de helderheid.
Wat betreft de kleurweergave wordt er nu DCI-P3, ook wel brede kleurweergave genoemd door Apple, toegepast. Ik had het net over ‘volledige sRGB’-standaard. DCI-P3 is net zo iets, maar dan beter. Het wordt in de 4K iMac, 9,7-inch iPad Pro al gebruikt en heeft als grootste voordeel boven sRGB dat het 25% meer kleuren weer kan geven. De volledige sRGB-standaard kan maar een derde deel van de kleuren weergeven die een menselijk oog waar kan nemen. Bij DCI-P3 is dat 42% van het zichtbare spectrum. Met name voor professionals is het een interessante verbetering. Het verschil merk je in de ervaring wel, maar vereist dat je echt moet vergelijken met een iPhone 6 of 6s. Het wit is witter, het rood is roder. Je ziet dit wanneer je een foto hebt gemaakt met de iPhone 7 (die nu ook betere kleuren kan produceren) en weergeeft op een iPhone 6s en iPhone 7. Het is geen enorme upgrade ten opzichte van het vorige scherm, je zult dat ook niet direct gaan merken.
De iPhone 7 heeft ook weer 3D Touch, dat geïntroduceerd werd als belangrijkste vernieuwing van de iPhone 6s. Deze techniek stelt je in staat om op basis van verschillende drukniveaus extra taken uit te kunnen voeren in korte tijd. Druk je bijvoorbeeld op het Weer-icoon, dan krijg je een widget ervan te zien samen met wat andere context-opties. Druk je op een melding die je net hebt ontvangen, dan krijg je uitgebreide informatie te zien. Zo is in iOS 10 de 3D Touch-functionaliteit flink uitgebreid. Het goede nieuws is dat je niet per se een iPhone 7 hoeft te hebben en het net zo goed werkt op de iPhone 6s.
Processor en overige hardware
Met iedere nieuwe iPhone komt een nieuwe processor. En met iedere nieuwe iPhone ‘s’ wordt er iets ‘unieks’ toegevoegd. Bij de iPhone 4S was dat een tweede processorkern, de iPhone 5s kreeg als eerste smartphone een 64-bit processor en de iPhone 6s bracht gewoon een enorme verschil in snelheid. Apple lijkt voor het eerst te zijn afgestapt van deze werkwijze, en komt bij de iPhone 7 met de A10 Fusion, een quad-core processor. Toch is het niet wat je denkt dat het is.
Normaliter, wanneer je naar een processor met vier rekenkernen verwijst is het zo dat deze allemaal tegelijk gebruikt kunnen worden. Dat is bij de iPhone 7 anders. Nieuw is het zeker niet bij smartphones, maar wel voor Apple. Zoals Apple het uitlegt op haar website: “alleen wanneer nodig gaat de verwerkingssnelheid omhoog en op andere momenten werkt de chip juist heel zuinig”. Maar het werkt in de praktijk ietsjes ingewikkelder bij de nieuwe A10 Fusion-chip.
Namelijk, er zijn twee ‘sets’ van rekenkernen. Twee prestatie-cores en twee efficiëntie-cores. De naam zegt al waarvoor het bedoeld is. Je hebt twee kernen die voor extreem hoge snelheden zorgen, en je hebt twee kernen die juist bedoeld zijn om je een langere accuduur te kunnen bieden. De prestatie-cores worden ingeschakeld wanneer je echt de rekenkracht nodig hebt. Denk aan het spelen van games en het gebruiken van zware applicaties. De overige cores worden ingezet wanneer je de extra snelheid niet nodig hebt. Helaas is er nog weinig bekend over hoe dit precies gebeurt. Tot zover duidelijk is kunnen ontwikkelaars niet zelf bepalen welke cores gebruikt moeten worden bij hun app, dit wordt bepaald door een speciale chip in de iPhone zelf, namelijk de Performance Controller.
De prestatie-cores draaien op een snelheid van maar liefst 2,34 GHz. Dit is een gigantisch verschil met de iPhone 6s, die met zijn A9-chip een kloksnelheid van 1,84 GHz had. En dát was al ten opzichte van 1,4 GHz bij de A8-chip van de iPhone 6. Allemaal leuk en aardig, maar wat levert mij dit verschil op? Volgens Apple zou de nieuwe processor zo’n 40% sneller moeten zijn, dat is zeker niet magertjes te noemen. Op grafisch gebied, waarvoor net als bij de iPhone 6s zes kernen gebruikt worden, is de iPhone 7 tot 50% sneller. Op papier ziet het totaalplaatje er zo uit:
In de praktijk is het verschil echt niet zo groot als je zou denken. Zelfs als je een iPhone 6s naast de iPhone 7 legt en wat apps opent merk je weinig tot geen verschil. Met name bij de simpele apps als Instellingen, Berichten en Camera. Bij de grotere apps is er wel degelijk een verschil zichtbaar, maar ook dan praat je meestal over hoogstens een paar seconden verschil. Dit heeft deels te maken met het feit dat veel applicaties nog niet geoptimaliseerd zijn voor de A10 Fusion-chip. Het kan even duren voordat dit wel gebeurd is. Het betekent niet dat de nieuwe processor een matige upgrade is, integendeel. Het is de snelste processor die je op dit moment in een smartphone zult vinden. Zelfs de iPhone 6s loopt nog voor op de concurrentie als het gaat om single-core prestaties. Op papier althans. Met andere woorden, Apple doet zeer goede zaken als het gaat om processorkracht leveren. Het belangrijkste is dat je zonder haperingen door iOS kunt navigeren, apps kunt gebruiken en de meest grafisch intensieve games kunt spelen. Want dat kan probleemloos met de iPhone 7, zo heb ik zelf ervaren.
De iPhone 7 beschikt net als zijn voorganger over 2 GB LPDDR 4 werkgeheugen, dat is op dit moment meer dan genoeg, mede dankzij het perfecte geheugenbeheer van iOS. Wel is het jammer dat het toestel niet zoals zoals zijn grotere broer, de iPhone 7 Plus, over 3 GB werkgeheugen beschikt. Dit was misschien niet zozeer nodig geweest, maar had het toestel daarmee net een beetje meer ‘futureproof’ kunnen maken. En dat is altijd welkom natuurlijk. Desalniettemin ben ik zelf nog dik tevreden met de 2 GB aan RAM in de iPhone, aangezien iOS hier prima mee omgaat. Applicaties blijven langer in het werkgeheugen staan waardoor deze minder vaak opnieuw geladen hoeven te worden. Dat is weer in het voordeel van de algehele prestaties.
De iPhone 7 en 7 Plus zijn nu ook beschikbaar met meer opslaggeheugen: 32 GB, 128 GB en 256 GB(!). Dit laatste is extreem veel, en zelfs net zo veel als in mijn MacBook Pro met Retina-display. En ook bijna net zo snel trouwens. Apple stapte vorig jaar met de iPhone 6s over naar NVMe-flashgeheugen dat hogere snelheden toestaat dan bijvoorbeeld eMMC. In de praktijk kun je snelheden bereiken die nu alleen met een volwaardige (PCI-E) SSD gehaald kunnen worden. Dat is ongelofelijk, en opnieuw laat Apple zien waar het echt op vooruitloopt. De gebruiker merkt dit verschil wanneer bijvoorbeeld een filmpje in iMovie geëxporteerd wordt. Hoe meer opslaggeheugen je hebt, hoe sneller het flashgeheugen is. Het gaat hier weliswaar om niet al te grote verschillen, maar ze zijn er wel.
Draadloze technologie
Wat betreft de draadloze snelheden is er weinig veranderd. De iPhone 7 beschikt nog over 802.11a/b/g/n/ac met MIMO-technologie, en komt met een iets betere variant van LTE Advanced dat tot 450 Mbps aan snelheden kan halen tegenover maximaal 300 Mbps bij de iPhone 6s. Verder is er Bluetooth 4.2 en NFC (alleen voor Apple Pay). En natuurlijk de Touch ID-vingerafdrukscanner, al valt dit niet echt onder de algemene hardware. Die is overigens nog net zo snel als die van de iPhone 6s, en dat is dus zéér snel.
Audio
Het laatste onderdeel waar ik het over wil hebben is audio. Ik wist niet zeker of ik er een apart onderdeeltje voor moest maken, of dat ik het beter kon samenvoegen met het onderdeel ‘overige hardware’. Het is dat laatste geworden, omdat er niet extreem veel te vertellen valt. Wel zijn er twee belangrijke vernieuwingen. Eerst maar hetgeen dat voor velen een enorm minpunt is bij de nieuwe iPhones, en dat is het verdwijnen van de koptelefoonaansluiting. Ik noemde het al eerder, maar natuurlijk betekent dit niet dat je geen muziek meer kunt luisteren met koptelefoon. Er zijn vier oplossingen. Drie daarvan zal ik nu noemen, de laatste komt zometeen uitgebreid aan bod.
Apple kondigde samen met de nieuwe iPhones de zogenaamde AirPods aan. Dit zijn draadloze oortjes met ingebouwde microfoon en Siri-ondersteuning die vanaf oktober te koop zijn voor een ongelofelijke €179. Wel worden ze geleverd met een mooi doosje waar je de AirPods in kunt stoppen om op te laden. Wat de apparaatjes zo uniek maakt is het pairing-proces. Bij veel draadloze oortjes is dit echt een pain in the ass. Je bent continu bezig met de Bluetooth-instellingen en vaak lukt het niet de oortjes te vinden. Apple heeft dit proces een stuk eenvoudiger gemaakt: wanneer je het klepje van het doosje van de AirPods opent verschijnt op je iPhone een paneel waarop je grote knop ziet. Als je daar op tikt, worden de AirPods verbonden met de iPhone. Eenmaal gedaan, dan is dat niet meer nodig. Wanneer je dan het klepje van dit doosje openmaakt, krijg je te zien hoe vol de AirPods nog zijn qua batterijduur, inclusief die van het doosje zelf. Lekker simpel dus.
Bij de iPhone 7 en 7 Plus worden standaard twee dingetjes meegeleverd die het mogelijk maken toch ‘bedraad’ muziek te luisteren: Lightning-EarPods en een adaptertje. Die Lightning-EarPods zijn eigenlijk gewoon precies hetzelfde als de oortjes die sinds de iPhone 5 meegeleverd worden, alleen dan met Lightning-aansluiting. Lightning is de poort die normaal gebruikt wordt om de iPhone op te laden. Muziek luisteren terwijl je je toestel aan het opladen bent gaat dus ook niet meer helaas. Ben je toch afhankelijk van een koptelefoon met standaard audiojack (de 3,5mm aansluiting), dan kun je die nog steeds gebruiken. Daar is nu echter een los adaptertje voor nodig. En die wordt wonderbaarlijk genoeg gewoon netjes meegeleverd. Wel raak je het dingetje makkelijk kwijt, omdat het klein is. Mocht dat gebeuren, dan biedt Apple het accessoire aan via haar website voor een schamele €9. Dat is voor Apple-begrippen goedkoop. In ieder geval kun je hier gewoon iedere 3,5mm koptelefoonaansluiting in steken zoals je dat gewend bent.
De laatste vernieuwing op het gebied van audio vind persoonlijk zonder twijfel de grootste, en dat is dat er eindelijk stereospeakers zijn. Tot hiervoor had iedere iPhone slechts een monospeaker. En die leverde prima geluid, maar meer dan dat ook niet. Het hebben van twee speakers zorgt voor beter geluid, maar ook voor een betere multimedia-ervaring in het algemeen. Want de stereospeakers zijn dan ook echt stereospeakers. Voor wie denkt dat de twee speaker grills onderaan de iPhone beide speakers zijn: mis! Eén ervan is een speaker, de andere een microfoon. Maar daar is slechts een ‘gaatje’ voor nodig in plaats van een hele grill, die zit er dan ook vooral om het symmetrisch te maken. Want toegeven, het ziet er in mijn ogen mooier uit om twee exact dezelfde grills te hebben in plaats van eentje en aan de andere kant slechts een gaatje. Maar waar zit dan die tweede speaker? Dat is het mooie: Apple gebruikt de speaker die je gebruikt om te bellen nu ook voor audio. Het nadeel is dat deze speaker naar voren gericht is terwijl de andere naar onderen gericht is (of naar rechts/links, afhankelijk van hoe je het toestel vasthoudt). In mijn ervaringen had ik niet het idee dat er werkelijk een groot verschil is, maar een echte audiofiel zal daar waarschijnlijk anders over denken. Ik kan als slechthorende niet hetzelfde horen als iemand die een normaal gehoor heeft, waardoor hierover oordelen lastiger is.
De stereospeakers zijn geweldig. Echt geweldig. Qua volume hoor je direct dat dit meer is dan bij de iPhone 6s, maar ook dat het geluid gewoon beter klinkt. Dat geldt bij zowel muziek als bij films en games. Je merkt dat geluid van links of rechts kan komen. Om die reden is het trouwens ook beter de iPhone in liggende weergave te gebruiken als je de audio in stereo wilt horen, dat levert de beste kwaliteit op. Mocht je niet bekend zijn met stereogeluid: stel, je hebt een zanger links en een gitarist rechts. In het echt zou je vanzelfsprekend de zanger links horen en de gitarist rechts. Met één speaker krijg je lang genoeg niet diezelfde ervaring, met stereospeakers wel. Het is nog steeds niet te vergelijken met de vier speakers die je bij een iPad Pro hebt, maar het is wat mij betreft alsnog een fantastische verbetering om twee speakers te hebben.
Camera
Hieronder heb ik een aantal foto’s om een idee te geven van wat met deze camera mogelijk is. Ik kan zelf natuurlijk per foto een hele anekdote geven over waar je precies op moet letten, maar waar het uiteindelijk echt op neerkomt is hoe een foto er voor jou uitziet. Sommigen zullen bijvoorbeeld de eerste nogal oververzadigd vinden. Dat is het overigens niet, deze bloem ziet er in het echt (vrijwel) net zo scherp roze uit. Dus oordeel zelf over wat je van de foto’s vindt.
Apple heeft bij de iPhone 7 ook de selfie-camera verbeterd. Ofwel, de FaceTime HD-camera. Vorig jaar kreeg deze bij de iPhone 6s al een upgrade van 1,2 megapixels naar 5 megapixels, nu alweer naar 7 megapixels. Het neemt nu ook een aantal foefjes van de iSight-camera met zich mee, heeft net als die camera brede kleurregistratie én er is nu automatische beeldstabilisatie (digitaal, niet optisch dus). Verder herkent de camera niet alleen gezichten, maar ook je lichamen. Dit is net zo bij de iSight-camera overigens. De nieuwe camera voorop zorgt voor net wat gedetailleerdere selfies, al viel het mij wel op dat er in het donker wat meer ruis ontstaat. Dit is omdat Apple het diafragma op ƒ/1.8 heeft gehouden terwijl er meer pixels bij gekomen zijn. Dat is jammer, maar ik verwacht dan ook dat Apple dit bij de volgende iPhone weer gaat verbeteren. Wat betreft het filmen met de FaceTime-camera zul je ook verbetering gaan zien, dankzij ondersteuning voor 1080p-video. Voorheen ging de camera tot 720p (sinds de iPhone 5), dus het is fijn om Apple eindelijk die stap naar 1080p te zien maken.
De iPhone 7 Plus heeft nog een aantal andere grote verschillen ten opzichte van de iPhone 7, met als grootste de tweede camera waarmee men optisch kan zoomen en met een update die binnenkort uitgebracht zal worden zelfs een soort schermdiepte-functie krijgt. Ik moet zelf heel eerlijk toegeven dat alleen dit al voor mij redenen waren om toch de grotere iPhone te overwegen. Helaas is het prijsverschil én het verschil in schermgrootte mij te te overdreven. Dus ik blijf lekker bij de gewone iPhone 7. Die heeft een camera die meer dan goed werkt wat mij betreft.
Software
Al die hardware is natuurlijk helemaal in orde, maar zonder software heb je er niets aan. De iPhone 7 en 7 Plus worden standaard geleverd met iOS 10, welke ook beschikbaar is op oudere toestellen. In een apart artikel heb ik uitgebreider geschreven over de nieuwe mogelijkheden van de software-update, neem die vooral een keer door.
Conclusie
En daar is de conclusie alweer. Laat ik beginnen te zeggen dat het moeilijk was een goed oordeel te kunnen geven. De iPhone 7 lijkt namelijk sterk op zijn voorganger, maar is toch een nieuwe generatie iPhone. Het is niet nieuw voor Apple om twee jaar achter elkaar smartphones uit te brengen die er hetzelfde uitzien. Je hebt de iPhone 6, en dan de iPhone 6s. En dan weer de iPhone 7, met een compleet nieuw design. Althans, dat had er moeten zijn. Helaas stelde Apple deze keer wat teleur.