Informatie
- 15,4-inch Retina-display (glanzend)
- 2880 × 1800 pixels (220 ppi)
- 2,8 GHz Intel Core ‘Kabylake’ i7-7700HQ (quad-core)
- Turbo Boost tot 3,8 GHz
- 16 GB 2133 MHz LPDDR3 RAM
- AMD Radeon Pro 555 met 2 GB GDDR5-geheugen
- Intel HD Graphics 630 (geïntegreerd)
- 512 GB PCIe-flashopslag
- 802.11b/g/n/ac (2.4 en 5 GHz)
- Bluetooth 4.2
- USB-C/Thunderbolt 3
Review
Maar er is zoveel meer wat de Mac een Mac maakt. Zoals altijd probeer ik zo kritisch mogelijk te zijn. Want ja, zelfs de grootste Apple-addict zal toch moeten toegeven dat Mac’s zowel voor- als nadelen hebben. Lees snel verder om erachter te komen welke dat zijn!
Er valt veel te zeggen over Apple’s designs de laatste tijd, maar een apparaat dat nog ‘ongeschonden’ is gebleven is de MacBook Pro. Hoewel de notebook er anders uitziet als zijn voorganger (het model dat ik had dus) zie je nog steeds goed elementen terug die Apple onder Steve Jobs al toepaste. De belangrijkste twee zijn materiaal en bouwkwaliteit. Nog altijd wordt gebruik gemaakt van aluminium dat erg stevig is. Ik heb andere laptops in m’n handen gehad die ook van aluminium gemaakt waren, maar die misten dan toch weer die robuustheid. Bij MacBook’s krijg je dus beide.
Desondanks is er weinig baanbrekends gebeurd met het design van de meest recente MacBook Pro-modellen. Ze zijn kleiner, dunner en lichter geworden, en er is een nieuw kleurtje bij gekomen: spacegrijs naast het ‘klassieke’ zilver. Ik heb zelf voor spacegrijs gekozen, omdat ’t toch erg pro oogt. Maar bovenal geeft het een wat modernere look, waardoor het toch lijkt alsof je een compleet nieuw design voor je hebt. Weg is het lichtgevende Apple-logo achterop. Jammer? Mwa, eerlijk gezegd deed het me niet zoveel. Het was wel echt het iconische bij een MacBook, maar voor mij was het nooit zo belangrijk. Zoals ze het nu hebben gedaan vind ik het eigenlijk alleen maar mooier; het logo matcht meer met de kleur van de notebook.
Ook de afmetingen en gewicht zijn veranderd. De 15-inch MacBook Pro is nu dunner als de 13-inch MacBook Pro uit 2015, dat is toch aardig wat. De cijfers liegen er in ieder geval niet om: de 15-inch MacBook Pro is 1,55 cm dun, dit is 1,8 cm bij zowel het 13-inch als het 15-inch model uit 2015. De laptop is ook kleiner geworden ten opzichte van de 15-inch MacBook Pro uit 2015. Qua gewicht is de nieuwe zwaarder, en dat mag ook wel natuurlijk. Alsnog weegt de laptop zeker niet enorm veel: met 1,83 kg is hij ‘slechts’ 250 gram zwaarder als mijn oude 13-inch MacBook Pro. En gezien hoeveel groter hij is en welke extra hardware hij heeft is dat geen groot verschil.
Bij een notebook horen ook aansluitingen. Immers, hoe laad je hem op, hoe koppel je er een externe opslagapparaat op aan enzovoort? Daar heeft Apple de ultieme oplossing voor geboden, al is niet iedereen blij met de manier waarop ze dat gedaan hebben. In plaats van verschillende poorten hebben de nieuwe MacBook’s one port to rule them all en dat keer vier. Je vindt vier keer een USB-C/Thunderbolt 3-poort, plus een koptelefoonaansluiting (ja, dat dan weer wel). Maarre, USB-C/Thunderbolt 3? Wat is dat?!
Het is een poort die in principe álle data door laat. Je kunt er een USB-stick op aansluiten, een netwerkkabel, een HDMI-, VGA- of DVI-kabel en zoveel meer. Maaaaarrrrr, daar heb je wel een verlengstukje voor nodig. En dat is nou net waar de controverse over gaat. Want in principe werkt geen van de accessoires totdat je dus een daarvoor bestemd verlengstukje hebt. En die kosten nogal wat. Je hebt er ook verschillende van nodig. Wil je je iPhone aansluiten, dan heb je een USB-C-naar-Lightning-kabel nodig. Wil je je USB-stick aansluiten, dan is een USB-C-naar-USB-adapter nodig. En zo geldt dat dan weer voor alle andere accessoires. Je hebt wel hubs waarop je meerdere verschillende kabels kunt aansluiten, maar die kosten al gauw rond de €100.
Maar goed, dat eventjes terzijde. Want Thunderbolt 3 biedt één groot voordeel: het is snel. Heel snel. Supersonisch snel. Waar mijn vorige MacBook Pro over twee Thunderbolt 2-poorten beschikte met ieder een snelheid van 20 Gbps ondersteunt Thunderbolt 3 snelheden tot maar liefst 40 Gbps, een verdubbeling dus. Ter informatie: 40 Gbps staat gelijk aan 5 GB per seconde. 20 Gbps is zo’n 2,5 GB per seconde.
Het is niet zonder reden dat gigantische hoeveelheden data tegelijkertijd kunnen worden getransporteerd over deze poorten, immers kun je hierdoor zonder problemen twee 4K-monitoren of een 5K-monitor aansluiten. Of natuurlijk kun je een externe SSD-schijf aansluiten en optimaal van de hoge snelheid profiteren. En niet te vergeten: je sluit er de meegeleverde lader op aan. De MagSafe-connector is weg, en dat vind ik toch wel een gemis. Het grote voordeel was dat als je bijvoorbeeld ooit over de kabel struikelt, je de hele MacBook meesleurt. En het aansluiten was gewoon leuk, omdat het middels een magneetje zichzelf vast klikte. Maar goed, dat hoort wellicht bij vooruitgang… toch?
De nieuwe aansluitingen hebben dus zowel hun voordelen als nadelen: je hebt adapters nodig om de meeste randapparatuur en accessoires aan te sluiten, maar de nieuwe interface kan wel heel veel data tegelijkertijd verwerken. Iets dat met bijvoorbeeld USB niet mogelijk zou zijn. En Apple staat er nou eenmaal om bekend controversiële stappen te zetten. Ze haalden ook al de koptelefoonaansluiting op de iPhone weg, en inmiddels volgende concurrenten langzaam maar zeker deze trend. Hoewel het nog niet zo gestaag loopt zie ik hetzelfde gebeuren met laptopaansluitingen. Tegelijkertijd merk ik dat veel fabrikanten hier nog voorzichtig mee zijn, met name bij notebooks die bedoeld zijn voor professionals. En die willen liever niet tientallen dongles kopen alleen maar om wat randapparatuur aan te kunnen sluiten.
De 15-inch MacBook Pro is een aanwinst voor het oog, dun en ondanks zijn grootte toch makkelijk genoeg overal mee naartoe te nemen. Al raad ik niet aan hem langdurig op je schoot te houden, maar dat is ook weer door de warmte dat hij genereert. De beperkte keuze aan aansluitingen is wat minder, maar ik zie het tegelijkertijd als ambitie. De ambitie om die eerste stap te zetten naar een wereld waar je met een poort álles kunt doen. Al met al is de MacBook een apparaat waar je het liefst de hele dag naar wilt kijken.
De resolutie van de huidige MacBook Pro’s is onveranderd gebleven ten opzichte van de allereerste MacBook met een Retina-display. Het is wel wat anders dan die van mijn vorige, maar dat komt door de andere grootte. In principe is het verder gewoon hetzelfde. Al is er wat betreft de techniek toch nog het een en ander nieuw.
De laptop heeft een 15,4-inch Retina-display met een resolutie van 2880 x 1800 pixels, wat goed is voor 220 pixels per inch. Detail: dit zijn 7 pixels per inch minder als bij de kleinere MacBook Pro-modellen. Zie je dat verschil? Nope. Ik niet althans. Het is en blijf een prachtig scherm om naar te kijken. Het is dan geen 4K, iets waar sommige laptops wel al over beschikken, maar in mijn ogen gaat kwaliteit boven de resolutie. En dat is iets waar Apple altijd in vooruitstreeft. De huidige modellen beschikken bijvoorbeeld over de zogeheten brede kleurenweergave, ook wel P3 genaamd. Ten opzichte van sRGB kan het meer kleuren van het spectrum laten zien. Je ziet dat in eerste instantie niet, maar het maakt dus wel wat uit. Ook qua helderheid is het scherm vooruitgegaan: van 300 naar 500 nits.
Wat het scherm van een MacBook onderscheidt van andere laptops is de beeldverhouding. Normaal is deze 16:9, maar Apple kiest altijd voor 16:10. Voor zover ik weet hebben ze daar nooit echt een reden voor gegeven, maar als gebruiker ervaar je zelf vrij snel het voordeel: je ziet meer content in de hoogte. Dat is handig bij tekstverwerking, maar ook bijvoorbeeld bij programmeren, fotobewerking, videobewerking en meer. Het verbaast me zelfs dat andere fabrikanten het voorbeeld niet volgen.
Het is vooral de grootte die bij deze MacBook Pro zo fijn is. Mijn vorige was met zijn 13 inch echt aan de kleine kant. Het ging in de meeste situaties wel, maar zodra je bijvoorbeeld met Visual Studio werkt merk je dat het toch wat krapjes wordt. De twee inch extra is meer dan welkom wat dat betreft. Het is niet heel groot, maar ook niet klein. Er pas merkbaar meer op het scherm en dat komt de productiviteit zeker ten goede. Dat is althans hoe ik het zelf ervaren heb.
Dat de MacBook Pro een mooi scherm zou hebben was voor mij geen verassing. Maar het is op sommige punten alsnog een verbetering als je hem naast de MacBook Pro uit 2015 zet, zeker omdat hij groter is en helderder is.
De MacBook Pro heeft tegenwoordig een soort tweede scherm dat als verlengstuk fungeert. Het heet Touch Bar, en is mijn ogen geen gimmick te noemen. Toen het in 2016 haar intrede maakte was dat wel iets dat veel mensen zeiden over het stukje hardware. Maar na enkele dagen gebruik kan ik zeggen dat het wel degelijk een toegevoegde waarde heeft.
In de eerste plaats doet Touch Bar dus wat je normaal al kon met de functietoetsen. Denk aan het wijzigen van de helderheid, het volume, het afspelen van media en meer. Tegelijkertijd past het zich aan de applicatie waar je je op het moment in bevindt. Zit je bijvoorbeeld in Safari, dan zie je onder meer knoppen om een pagina terug of vooruit te gaan, de adresbalk en een knop om een nieuw tabblad mee te openen. Je kunt ook makkelijk switchen tussen tabbladen. In bijvoorbeeld Blogger krijg je zelfs opmaakopties zoals bold, italic en underline te zien.
Hieronder nog wat voorbeelden van hoe Touch Bar eruit kan zien:
Het zal je op de foto’s misschien wel zijn opgevallen dat op die Touch Bar-strip helemaal rechts iets zit dat donkerder van kleur is. Dat komt omdat dit geen onderdeel is van Touch Bar. Het is een knop. Niet zomaar een knop, maar eentje met een Touch ID-vingerafdrukscanner ingebouwd. Het fungeert als aan/uit-knop, maar dus ook als scanner voor je vingerafdruk. Deze is net zo snel als op de iPhone 6s, 7 en 8, omdat het net als bij die toestellen een tweede generatie Touch ID-sensor betreft. Ook het instellen gaat even makkelijk en snel. Touch ID is voor mij een fijne en zeer handige toevoeging die inloggen leuk maakt.
De toetsen van MacBook-keyboards hebben tot lange tijd gebruik gemaakt van het schaarmechanisme. Het nadeel hiervan was dat deze nogal veel ruimte in beslag nemen en de kans op defecten als gevolg van bijvoorbeeld stof dat eronder komt vrij groot is. De nieuwe toetsenborden gebruiken tegenwoordig het vlindermechanisme waarbij dat risico flink gereduceerd wordt. Het neemt ook minder ruimte in beslag, wat heeft geholpen bij het dunner maken van de gehele notebook. Veel mensen klagen dat het niet prettig typt. De toetsen maken meer lawaai en je voelt minder ‘respons’ bij het aanslaan van een toets.
En inderdaad is het even wennen, al maakt het qua geluid eigenlijk weinig uit voor mij. Wellicht omdat ik sowieso altijd vrij hard de toetsen aansla. Maar het is dus echt een kwestie van gewenning. Na enkele uurtjes vond ik het nieuwe toetsenbord eigenlijk al wel best fijn typen. Niet iedereen zal het met me eens zijn daarover, dat kan.
Zoals ik eerder aangaf wordt iedere toets nu individueel verlicht. Voorheen was de verlichting nooit helemaal consistent, nu wel. Dat oogt veel mooier. Als je de helderheid van die verlichting ongeveer op 50% laat staan, komt het ook overeen met de helderheid van de Touch Bar, waardoor het meer een geheel lijkt.
Ook het trackpad is op zijn eigen manier nieuw. Of ja, nieuw. Hij is gewoon groter geworden. Véél groter. Zo groot zelfs, dat je er een iPhone X in de breedte kunt plaatsen, en dan is hij nog breder dan dat. Als je veel met gestures werkt zal het ongetwijfeld een fijne toevoeging zijn. Wel maakt het typen soms wat lastig, omdat – ondanks dat de nodige software-aanpassingen ervoor gedaan zijn – bij het typen per ongeluk aanrakingen worden geregistreerd. Over het algemeen werkt het prima, maar optimaal is het nog niet.
In dit onderdeel ga ik in op de hardware aan de binnenkant van de MacBook Pro: de processor (CPU), de grafische processor (GPU) en het werkgeheugen (RAM). Ook overige zaken, zoals opslag, komen aan bod.
Laat ik meteen in de technische details treden: de 15-inch MacBook Pro die ik heb betreft het ‘base model’, met een 2,8 GHz quad-core Intel Core i7-7700HQ. Deze heeft Turbo Boost met een snelheid tot wel 3,8 GHz en levert tevens 6 MB aan L3-cachegeheugen.
Even ter perspectief, mijn vorige Mac had een 2,7 GHz dual-core Intel Core i5-5257U met Turbo Boost tot 3,1 GHz en 3 MB L3-cache. Toch een behoorlijk verschil. Er zijn twee manieren om te testen wat het verschil is met andere MacBook’s: middels een GeekBench-test en natuurlijk door ze naast elkaar te zetten en bijvoorbeeld te testen hoe snel de ene een programma opent en hoe snel de andere dat doet. Hieronder zie je, op basis van de resultaten van GeekBench 4, bij vier verschillende MacBook Pro’s hoe snel ze zijn. Van boven naar onder gezien is de tweede mijn nieuwe Mac, en de vierde en laatste mijn ‘oude’.
Wat opvalt, is dat zelfs als ik het base model van de 13-inch MacBook Pro had genomen, er ook al een aardig verschil zichtbaar is. Niet zo groot als wanneer je naar de base 15-inch gaat, maar toch. Natuurlijk gaat het om mijn 15-inch MacBook Pro, en die laat 810 punten verschil in single-core snelheid zien. Maar wanneer we naar de multi-core test kijken is het toch een heel ander verhaal. Logisch, want de 15-inch modellen hebben dubbel zoveel rekenkernen om mee te werken.
In de praktijk merk je ook meteen dat het een snelle computer is. In eerste instantie zie je misschien niet meteen hoeveel sneller hij is ten opzichte van mijn 13-inch MacBook Pro, totdat je de twee naast elkaar zit en enkele programma’s opent. Zelfs bij relatief lichte software is het zichtbaar, maar met name grote programma’s zoals Visual Studio (Windows) starten sneller op. Dat hoeft overigens niet per definitie door de processor te komen, het is ook te danken aan de snelle SSD-schijf. Meer daarover komt nog.
Dan de grafische performance, waar pas echt een gigantische boost in zit. De 13-inch MacBook Pro’s worden geleverd met alleen maar geïntegreerde graphics (‘iGPU’): mijn vorige moest het doen met Intel Iris Graphics 6100. Eén van de nadelen is dat geïntegreerde GPU’s gebruik maken van het werkgeheugen dat eigenlijk voor het systeem zelf bedoeld is. We hebben het hier over zo’n 1,5 GB maximaal. Niet zo schokkend veel, maar zeker als je ‘maar’ 8 GB RAM hebt kan dat nogal een nadelig effect hebben. Daarom hebben veel laptops naast de geïntegreerde GPU een zogeheten ‘dedicated’ grafische kaart (‘dGPU’) ofwel een losse kaart die waar nodig extra kracht kan bieden. Ze beschikken daarnaast over VRAM, speciaal geheugen dat direct op de videokaart zit. De 15-inch MacBook Pro heeft standaard Intel HD Graphics 630, maar komt ook met een AMD Radeon Pro 555, dat 2 GB aan VRAM tot zijn beschikking heeft.
En geloof me, zo’n dGPU kan zoveel meer grafische kracht bieden. Ik besloot de ultieme test te doen en de game World of Tanks (WoT) te spelen. Ja, ik weet het: Mac’s zijn niet bedoeld voor gaming en moeten absoluut niet met die gedachte in het achterhoofd aangeschaft worden. Maar dat betekent niet dat het niet kan. Ik speelde op mijn 13-inch MacBook Pro al regelmatig WoT, maar dat kon echt alleen op de minimuminstellingen; zodra ik voor medium koos haalde ik daarbij maximaal 20 FPS, dat leverde haperingen op. Bij de 15-inch MacBook Pro kon ik het al opschalen naar medium, en zelfs high (op maximum na de hoogste instellingen). Bij dat laatste bleef de game continu rond de 30 FPS schommelen, waar dat bij medium tussen 40 en 50 FPS was. Op ‘high’ is het nog prima speelbaar, maar wil je wat vloeiendere graphics dan is ‘medium’ de beste compromis in mijn ogen. Maar nogmaals, Mac’s zijn geen game-machines. Het is desalniettemin goed om te zien wat voor verschil het kan maken.
Dan het werkgeheugen, ook erg belangrijk. Ik had hiervoor 8 GB 1866 MHz aan DDR3-geheugen. En over het algemeen is dat voldoende. Maar je loopt al snel tegen de grens aan, zeker wanneer je meerdere programma’s open hebt staan. En al helemaal met Google Chrome, dat je geheugen echt leeg trekt. Daarom vond ik het geen slecht idee om voor minimaal een verdubbeling te gaan, en dat is wat de 15-inch MacBook Pro standaard biedt: 16 GB aan snel 2133 MHz LPDDR3-geheugen. Het verschil mag er wezen! Wat mij vooral op is gevallen is dat er goed gebruik wordt gemaakt van dit geheugen. Waar ik voorheen al snel boven de 6 GB gebruikte RAM zat is dat nu boven de 9 GB met vergelijkbaar gebruik. In de praktijk is de ervaring echter soepeler als voorheen; Safari werd door het overmatige RAM-gebruik nogal traag na verloop van tijd, daar heb ik nu geen last van.
Wat ik overigens jammer vind is dat Apple nog altijd gebruik maakt van DDR3-geheugen. Laptops komen tegenwoordig met het efficiëntere en snellere DDR4-geheugen, dat zou de accuduur ook weer wat ten goede kunnen komen. Er is wel een reden voor, en dat is dat de generatie processoren in de huidige MacBook Pro – of in elk geval het type processor – nog geen (LP)DDR4 RAM ondersteunt. Alleen het ‘U’-type van de Kabylake-processoren biedt hiervoor de ondersteuning. De volgende generatie CPU’s zal dat wel hebben. En die zal meteen de optie bieden tot 32 GB RAM te gaan, dat is nu nog beperkt tot 16 GB. Ook een teleurstelling in, al kan ik zelf niet voorstellen dat ik meer dan die hoeveelheid nodig zou hebben. Professionals aan de andere kant weer wel. En het blijft natuurlijk zo dat het een MacBook Pro betreft én Apple vraagt gigantische prijzen voor een machine waarvan je voor minder een alternatief met betere specs zou kunnen kopen. Dus… teleurstelling.
De MacBook Pro heeft dus flink wat rekenkracht, een krachtige grafische kaart en meer dan voldoende werkgeheugen. Helaas is dat werkgeheugen nog steeds van het oudere DDR3-type, dat is jammer. Voor mij is de upgrade vanaf mijn vorige Mac, die nog steeds erg snel is trouwens, in elk geval wel aardig groot.
De 15-inch MacBook Pro heeft 512 GB aan opslag, al ligt de werkelijke hoeveelheid wat lager. Voor macOS gebruik ik iets minder als 400 GB, waar nu ruim 300 GB van over is na installatie van aardig wat software. Onder meer natuurlijk het Office-pakket en Google Chrome, maar ook bijvoorbeeld World of Tanks, dat veel ruimte in beslag neemt. Voor Windows heb ik ongeveer 100 GB geserveerd, waar nog ruim 50 GB van over is na installatie van Visual Studio, Microsoft Visio en nog wat kleinere programma’s.
Een flink verschil met wat ik hiervoor had dus. Maar het is niet alleen de hoeveelheid opslag. Ik noemde eerder dat Apple het flashgeheugen in Mac’s steeds sneller probeert te maken, dat is nu ook weer het geval. Middels het programma Blackmagic Disk Speed Test kun je makkelijk en snel meten wat de lees- en schrijfsnelheden zijn van een opslagschijf. Bij deze MacBook Pro werd een schrijfsnelheid van ruim 1,9 GB/s gehaald, en een leessnelheid van 2,5 GB/s (!). Dat zijn ongelofelijke hoeveelheden data per seconde.
Het flashgeheugen in de vorige generatie MacBook Pro’s was al erg snel en haalde snelheden tot 1,5 GB/s. Ook een zeer aardig resultaat, maar de nieuwe modellen steken daar dus met kop en schouders bovenuit.
Te beginnen met natuurlijk wifi. Niet nieuw, maar de 15-inch MacBook Pro beschikt over de snelste draadloze connectiviteit die er is: 802.11a/b/g/n/ac met ondersteuning voor dual-band 2.4 GHz én 5 GHz. Ook is er Bluetooth 4.2 aanwezig.
Maar het stopt daar niet. Want zoals ik net aangaf is nog de integratie tussen Mac, iPhone/iPad, Apple TV en de Apple Watch. Stel, je bent onderweg en wilt internetten. Maar er is geen draadloos wifi-netwerk aanwezig in de directe omgeving. Dat los je op met Instant Hotspot. Deze functie bestaat alweer even (ik schreef er zelfs over in mijn review over de 13-inch MacBook Pro uit 2015), maar krijgt in mijn ogen niet de lof dat het verdient. Wat Instant Hotspot onderscheidt van ‘Persoonlijke Hotspot’ is dat je het kunt activeren vanuit het wifi-menuutje in de statusbalk van je Mac. Je hoeft je iPhone dus niet aan te raken. Voorwaarde is wel dat op beide apparaten met hetzelfde Apple ID met iCloud moet zijn ingelogd. Er is meer: middels AirDrop kun je bestanden tussen een iPhone of iPad en een Mac ‘delen’. Voor opslag en synchroniseren van bestanden heb je iCloud (Drive). Je kunt telefoontjes aannemen op je Mac, je kunt sms’en vanaf je Mac en meer. Het gaat nóg verder: wil je geluid of video op je grote scherm hebben, dan kun je AirPlay gebruiken.
Met andere woorden, je hebt voor de meeste zaken al geen kabel meer nodig. Er is hartstikke snel draadloos internet aanwezig, er is Bluetooth en er is integratie tussen Mac en andere Apple-apparaten. Dit neemt niet weg dat het op bepaalde momenten handig of zelfs noodzakelijk is, maar het is goed dat Apple op haar eigen manier de producten voorbereidt op een ‘draadloze wereld’.
Dat neemt niet weg dat ik daardoor niet mijn eigen ervaringen wil delen, evenals uiteraard de technische zaken. De 15-inch MacBook Pro heeft een ingebouwde lithium-polymeerbatterij van 76,0 wattuur en wordt geleverd met een USB‑C-lichtnetadapter van 87 W. Apple claimt dat de Mac tot zo’n 10 uur meegaat, daarbij ervan uitgaande dat de gebruiker aan het internetten is óf iTunes-films kijkt. Verder gaat de notebook 30 dagen mee in stand-by modus.
En dat aantal uren is op zich haalbaar. Het is zeker haalbaar, maar dat hangt nog steeds van je gebruik af. Bij dat internetten moet je bijvoorbeeld géén andere browser gebruiken als Safari, en het bezoeken van websites met veel animatie en zware HTML5 en/of CSS-elementen reduceert de accuduur ook aanzienlijk.
Waar je ook rekening mee moet houden: de 15-inch MacBook Pro’s hebben niet alleen een geïntegreerde grafische chip, maar ook een ‘dedicated’ grafische kaart waarover ik eerder vertelde. Het is mogelijk deze continu te gebruiken, maar als een goede accuduur belangrijk is dan doe je dat liever niet. Sterker nog, je wilt de AMD Radeon GPU dan het liefst helemáál niet gebruiken. Ik had een ‘simpele’ test gedaan waarbij ik het spel World of Tanks (WoT) speelde op zowel mijn oude MacBook Pro met alleen geïntegreerde GPU als met de nieuwe met dedicated GPU. En hoewel bij beide laptops de accu vrij snel leeg liep, was dit bij de 15-inch MacBook Pro sneller als bij de oude. Echt verassend is dat niet. Want niet alleen werd de krachtigere GPU ingezet, de grafische instellingen van WoT stonden ook nog hoger om optimaal de graphics uit te kunnen proberen.
Wanneer die AMD GPU níet wordt ingezet valt het verschil reuze mee. Nog steeds merk ik dat de notebook ietsjes minder consistent meegaat qua duur, dat zou kunnen komen door de krachtigere CPU en het feit dat er meer werkgeheugen ingebouwd is. Wat betreft dat laatste wordt er ook meer van gebruikt. Het RAM-geheugen is niet per definitie efficiënter dan bij de 13-inch MacBook Pro, omdat het bij beide machines om het DDR3-type gaat.
Desalniettemin gaat de MacBook Pro voor mij lang genoeg mee op een dag, mits de grafische kaart van AMD niet of in elk geval zo min mogelijk wordt gebruikt.
Er valt het een en ander aan te merken op Apple’s notebooks. Ze zijn duur, en voor minder kun je krachtigere systemen krijgen. Maar wat de MacBook voor mij altijd de absolute topper heeft gemaakt is het geheel. Want je levert bijna altijd wel ergens op in. Dat kan zijn het design, het scherm, de accuduur, het besturingssysteem enzovoort. Met de 15-inch MacBook Pro heeft Apple op vrijwel alle vlakken mijn hart (opnieuw) verovert. En wel om de volgende redenenen.
Het design is weer een knap staaltje werk, alleen al door de kleur. Maar ook om hoe dun en licht de laptop is vergeleken met mijn kleinere voorganger. Het Retina-display is weliswaar onveranderd gebleven qua hoeveelheid pixels, maar het is en blijft zonder twijfel één van de beste displays die je op dit moment kunt vinden in een laptop. En dat is te danken aan het feit dat er rekening wordt gehouden met zaken zoals tegengaan van reflectie, een degelijke helderheid, een uitgebreid kleurenpallet en meer. Touch ID is handig om snel in te loggen en heeft zelfs ‘Auto Unlock’ van mijn Apple Watch vervangen. Touch Bar is een leuke aanvulling die zeker potentie biedt. Maar ik moet er nog wel aan wennen er zo effectief mogelijk gebruik van te maken. Het nieuwe toetsenbord met vlindermechanisme was ook even wennen trouwens, maar inmiddels vind ik het al fijner typen als het oude toetsenbord. De gigantische trackpad is héérlijk om mee te werken, en onderschrijft maar weer eens hoe hard de concurrentie faalt op dit vlak. Geen enkel trackpad kan tippen aan die van Apple.
Met de hardware van de MacBook Pro is het ook goed gesteld. De krachtige quad-core CPU zorgt ervoor dat je de hele dag door geniet van snelle prestaties, zonder dat het extreem veel invloed heeft op de accuduur. De dedicated grafische kaart daarentegen wel. Maarrrrrr… daar krijg je natuurlijk wat voor terug. Immers zit die kaart er niet voor niks, toch? Ik kan nu gewoon World of Tanks spelen op medium/high grafische instellingen! Met 16 GB is er voldoende werkgeheugen aanwezig voor mijn gebruik, al is het jammer dat het geen DDR4-geheugen betreft. Maar dat is om technische redenen waar Apple eigenlijk niets aan kan doen. Voor mij is vooral de verdubbeling in RAM belangrijk en in mijn ervaring was dat meer dan welkom. Nóg meer welkom is de verdubbeling in opslagruimte, waardoor ik me minder zorgen hoef te maken dat ik morgen ineens niet meer genoeg heb. Ook de hogere snelheid is fijn.
En nee, ik ben het besturingssysteem niet vergeten. Ik heb er bewust geen stukje aan toegewijd, omdat ik mij echt wilde focussen op de hardware-kant. Wat ik er wel nog even over kwijt wil is dat het nog steeds een prettige omgeving biedt om mee te werken. De integratie met mijn andere Apple-producten maakt het helemaal af. Er zijn nog talloze bugs aanwezig die soms een beetje het gevoel geven dat Apple de zaken wat afraffelt, maar het is niet zo dat macOS daardoor onbruikbaar is geworden ofzo. Integendeel, ik hou enorm van dit besturingssysteem en zou het liefst nooit meer Windows gebruiken. Helaas kan dat soms niet anders, onder meer door beperkte compatibiliteit van bepaalde software zoals Visual Studio.
Je ziet dus dat ik zowel de pluspunten als minpunten benoem. De pluspunten tellen uiteindelijk zwaarder mee. De prijs is het grootste probleem voor mensen die een Apple-computer overwegen. De iMac kost in verhouding een stuk minder, maar ik zal heel eerlijk zeggen dat ik niet meer zoveel heb met desktop’s. Ik heb meer aan een redelijk krachtige notebook die ik overal mee naartoe kan nemen dan aan een zéér krachtige desktop die alleen maar op mijn bureau kan blijven staan. Het valt mij persoonlijk ook op dat menig persoon MacBook’s boven een iMac verkiezen. Dat zal mogelijk meevallen, maar ik constateer deze trend zelf wel degelijk.
Dus… moet je hem kopen? Tja, dat is natuurlijk volledig aan jezelf. Je moet je vooral afvragen wat je nodig hebt. Ben je een professional die on the go aan projecten met foto-, audio- of videobewerking wilt kunnen werken, dan moet je toch minimaal een 15-inch MacBook Pro hebben. Doe je iets in de richting van marketing, schrijven of iets in die trant, dan heb je aan een 13-inch MacBook Pro – of zelfs de 12-inch MacBook – al genoeg. Je kunt ook nog altijd een 13-inch MacBook Pro pakken en deze upgraden naar 16 GB RAM en meer opslagruimte. Of zelfs een snellere dual-core processor. In ieder geval is het belangrijk dat je goed let op wélk model je pakt en dat deze aansluit op jouw eigen gebruik.
Zelf ben ik dus meer dan tevreden met deze MacBook Pro. Is het het waard als vervanger van een twee jaar oude Mac? Mwa, niet echt. Mac’s gaan immers best lang mee, en die uit 2015 is nu nog steeds erg snel. Maar heb je bijvoorbeeld een vier jaar oud model? Tja, dan zou het zomaar wel eens tijd kunnen zijn voor een vervanger.
Dat gezegd hebbende, mocht je geïnteresseerd zijn in deze MacBook Pro, dan kun je hem voor ‘slechts’ €2849 bestellen. Slechts? Ja, slechts. Want bij Apple Store Online betaal je voor dit exacte model €3037,91 (kies als upgrade-optie bij Opslagcapaciteit voor ‘512 GB SSD-opslag’).
Tom de Beer | hoofdredacteur
Techblogger en Apple-fan in hart en nieren, student HBO-ICT, en altijd bereid kennis en ervaring op te doen over alles dat met technologie te maken heeft. Tevens muziekliefhebber en taalfanaat.