GearBest

Inhoudsopgave

Review: Insta360 ONE 4K
Een heel ander product dan wat je gewend bent deze keer: de Insta360 ONE 4K! Ik mocht deze testen van GearBest  In deze review lees je natuurlijk alles over het ding en mijn bevindingen.

Inleiding

Voordat ik doorga eerst even die prangende vraag beantwoorden. Wat is de Insta360 ONE 4K voor iets? Het is namelijk niet iets dat je veel tegenkomt op deze site. Ik test normaal smartphones, tablets, laptops en meer. Maar dit? De Insta360 is een soort camera. Zoals de naam al wat doet vermoeden kan deze beelden in 360 graden tonen. Dus je ziet in principe álles om je heen. Vanzelfsprekend komt daar zometeen meer over.

Design

De Insta360 heeft een vrij simpel, maar mooi en modern design. Het is ook klein en past makkelijk in de hand. Wel weegt het apparaatje best veel. Nee, hij voelt niet zwaar aan als je hem vasthoudt, maar omdat je ‘m aan de Lightning-poort van je iPhone moet hangen zou je toch zweren dat de Insta360 snel haar weg naar de grond kan maken. Dat valt allemaal redelijk mee, maar toch. Natuurlijk moet men niet vergeten dat het een apparaatje met aardig wat elektronica is. De cameralenzen alleen al wegen wat.

Het spreekt allemaal wel voor zich eigenlijk. Er is maar één knop, waarmee je de camera aan en uit kunt zetten. Je kunt het apparaatje ook op een statief zetten dankzij een daarvoor bestemde bevestiging ‘poort’. Er is een SD-kaartslot aanwezig, een microfoon, een Lightning-stekkertje en niet één, maar twee cameralenzen.

Het is een compleet design dat gebruiksgemak biedt door de eenvoud. Dat is voor mij al een dikke plus.

Koppelen

Het koppelen van de Insta360 is makkelijk. Je hebt genoeg aan een app genaamd Insta360 ONE die je gratis kunt downloaden. Vervolgens vind je aan een van de zijden een Lightning-stekkertje die je uit kunt klappen middels een schakelaartje. Onderop vind je een SD-kaartslot. Zorg dat daar een geheugenkaartje in zit, en plaats de de camera in de Lightning-poort van je iPhone. Natuurlijk zet je de camera nog even aan, bovenop zit daarvoor een vrij grote knop. In de app wordt de camera dan in principe snel herkend.

Hardware

Voordat ik hiermee begin even ter verduidelijking: ja, de camera is ook hardware. En de camera is natuurlijk hetgeen waar je de Insta360 om koopt. Maar wat ook van belang is: de overige hardware. Al valt daar niet echt veel over te vertellen eigenlijk. Er is bijvoorbeeld Bluetooth 4.0 aanwezig, er is ondersteuning voor een TF-kaart die tot 128 GB aan opslag ondersteunt en er zit 6-assige stabilisatie ingebouwd. Verder werkt het dingetje met een accu 820mAh dat drie uur nodig heeft om te worden opgeladen. Hij gaat zo’n 70 minuten mee bij normaal gebruik en 120 minuten stand-by.

En tja, dat is het wel zo’n beetje.

Camera

Het belangrijkste aan de Insta360 ONE 4K is vanzelfsprekend die camera. Daar valt wél het een en ander over te vertellen. Je kunt 24-megapixelfoto’s maken, en voor video ondersteunt de Insta360 resoluties van 2048×512 pixels, 2560×1280 pixels en 3840×1920 pixels. Respectievelijk met 120, 60 en 30 beelden per seconde. De 6-assige stabilisatie zorgt ervoor dat alles zo stabiel mogelijk blijft.
Wat doet de camera precies? Het gebruikt de twee camera’s en maakt daarmee een foto (of video), en voegt deze vervolgens samen tot één. Er zit een slim snufje bij: de iPhone en Insta360 zelf zijn niet te zien op de foto, die worden tijdens het verwerken weggehaald. Echt 100% perfect is het niet, maar het werkt!
Ik heb een voorbeeldje gemaakt, die zie je hieronder. Het ziet er wat gek uit, bijna alsof het een soort spiegelbeeld is! Maar dat komt omdat deze foto’s eigenlijk niet daadwerkelijk in 360 graden te bekijken zijn, behalve via de app van Insta360 zelf. Alsnog zie je alles om je heen, dat dan weer wel.
De kwaliteit van de camera’s zelf is meer dan prima. Kleuren zijn realistisch, en zelfs bij veel tegenlicht gaat het hier nog aardig goed mee om. Het is geen iPhone X-camera, maar het voldoet zeker! Datzelfde geldt voor de videofunctionaliteit, waar ik geen voorbeeld van heb helaas.

Conclusie

De Insta360 ONE 4K was een interessante gadget om te testen, en een mooie afwisseling van wat ik normaal aan producten test. Het heeft een modern, compact en op zich geen zwaar design. Het is wel wat onhandig om ‘m aan de Lightning-poort van je iPhone te hangen, vooral omdat het wat heen en weer beweegt. De camerakwaliteit is zeer goed, maar hetgeen waarvoor de Insta360 echt fungeert, het maken van 360 graden foto’s, werkt natuurlijk eveneens fantastisch. Het is een leuke functie waar je heel creatief mee kunt zijn.Je koopt het apparaatje zelf voor niet veel meer dan €200 bij GearBest!

Review: X96 Mini TV Box

Ik kreeg van GearBest een settopbox toegestuurd: de de X96 Mini TV Box. In deze review mijn ervaringen met het goedkope Android-doosje. Is het het waard er eentje in huis te halen? Je leest het in dit artikel!

Design

De X96 Mini TV Box heeft een heel eenvoudig en goedkoop, maar toch weer best elegant design. Het is jammer dat GearBest op haar website wat misleidde met de gebruikte foto’s. Die geven in mijn ogen de indruk dat de zijkanten van de tv-box een vrij luxe afwerking hebben van een wat sterker materiaal. Maar schijn bedriegt: het hele doosje is van plastic, en dat voel je. De X96 is enorm licht van gewicht.

Maar goed, qua aansluitingen mist er eigenlijk weinig: het apparaatje beschikt over twee poorten voor USB, eentje voor HDMI, audio, ethernet, de meegeleverde IR-adapter en natuurlijk voor het netstroom. Tot slot kun je een TF-kaart in de X96 stoppen om de opslag uit te breiden. Er zit verder een afstandsbediening bij.

Wat mij betreft is er een prima evenwicht. Het design mag wat goedkoop aanvoelen, maar ziet er in principe best modern uit. En er zijn poorten in overvloed.

Hardware

Bij een settopbox hoort natuurlijk goede hardware. Dus… wat kun je verwachten van de X96 op dit gebied? Het begint met de chipset, een Amlogic S905W. Deze bestaat uit een 2 GHz quad-core Cortex-A53-processor met Mali-450MP-gpu. Ook is er 2 GB RAM aanwezig en 16 GB opslag. Dat laatste valt, zoals eerder aangegeven nog uit te breiden middels een TF-kaart.

Er is, geloof het of niet, ondersteuning voor de H.265 codec. In lekentaal wil dat zeggen dat je 4K-content af kunt spelen op het ding… toch? Afspelen wel ja, maar in de praktijk valt de kwaliteit toch enorm tegen. Alleen al de User Interface, die er nogal ‘pixelig’ uitziet. Meer daarover in het volgende onderdeel. Maar afspelen van 4K-content is dus niet zoals je verwacht dat het moet zijn. Op YouTube al helemaal, want daar is de maximaal te kiezen resolutie 720p. Dat is een teleurstelling. Het zou niet zo gek zijn als er geen 4K-ondersteuning zou zijn, maar dat het überhaupt geen 1080p Full HD is… ja, dat is een flinke tegenvaller als je het mij vraagt.

Ook de prestaties zelf vallen tegen. Het apparaatje heeft, en ook daarover zometeen meer, vaak last van vastlopertjes en crashende toepassingen. Met andere woorden, het is allemaal niet zo’n fijne gebruikservaring eigenlijk.

Software

Maar goed. Het design en de hardware even daargelaten, want je koopt een settopbox normaliter om de functionaliteit dat het toevoegt. Namelijk een tv-ervaring bieden. En bij zo’n ervaring hoort een software-omgeving. De X96 draait op Android 7.2.1, niet zo’n heel oude versie dus (althans, vergeleken met wat je vaak ziet bij onder meer goedkope smartphones en tablets).

Maar de interface ziet er in mijn ogen erg kinderlijk uit, door de felle kleuren. De navigatie is daarnaast wat omslachtig soms. Wat opvalt is de zeer matige kwaliteit van de iconen (sommige zijn ‘pixeliger’ dan de andere). Bovendien gaat het scrollen niet vloeiend, mede door de vastlopertjes waar ik van tijd tot tijd last van heb. Ook het typen is erg lastig en vrijwel onmogelijk, omdat je hiervoor afhankelijk bent van de afstandsbediening: je gebruikt de pijltjesknoppen om tekens op het software-toetsenbord te kiezen.

Er zijn al aardig wat apps voorgeïnstalleerd, dat scheelt weer het gedoe met het moeten zoeken naar de juiste apps in Google Play. Onder andere een webbrowser, YouTube en Netflix zijn te vinden op de X96. Maar ook apps als Skype, Facebook en meer vind je op het ding terug. Vanzelfsprekend is de Play Store aanwezig zodat je ook zelf apps kunt vinden en downloaden, evenals een instellingen-app voor het aanpassen van bepaalde systeeminstellingen.

Maar nee, dit is niet de software-ervaring waar ik op zit te wachten. Het zijn vooral de performance-issues waar ik merkbaar last van ondervind, die verpesten het nogal.

Conclusie

Je denkt na het lezen van deze review vast dat ik de X96 Mini TV nooit, maar dan ook nooit aan zal raden. Echter durf ik wel een poging te wagen je ervan te overtuigen ‘m toch te kopen. Het heeft alles te maken met het prijskaartje van amper €40. Dit is echt zo’n product dat je gewoon even geprobeerd moet hebben. Het is 1/5 deel van wat je voor bijvoorbeeld de Apple TV 4K betaalt. Dus ik ga het gewoon doen: koop ‘m gewoon.
Review: T-bao Tbook R8
Na al die smartphones en smartbands is het zo onderhand toch wel tijd geworden een review te doen over… een notebook! Van GearBest kreeg ik de T-bao Tbook R8 om te testen. In deze review lees je er alles over. Vooral zul je een antwoord krijgen op de vraag: is het zijn geld waard?

Design

Het design van de T-bao Tbook R8 springt er meteen uit. Hij ziet er dun uit en heeft een opvallende blauwe kleur. Op het eerste gezicht is het dan ook absoluut geen lelijke notebook om te zien. Van de zijkant gezien lijkt het op de gemiddelde ultrabook, zoals een MacBook Air of 12-inch MacBook. Er is gebruik gemaakt van het zogeheten ’tapered’ design. Dat houdt in dat het van een dikste punt naar het dunste punt loopt. Zelfs het dikste punt bij deze laptop is nog aardig dun.

Je vindt aan beide zijkanten natuurlijk ook wat aansluitingen. De belangrijkste is voor het stroomtoevoer. Er is ook een USB 2.0 én een USB 3.0 poort aanwezig, evenals een koptelefoonaansluiting, TF-kaartslot en een HDMI-aansluiting. Opvallend aan dat laatste is dat het geen standaard HDMI-aansluiting betreft, maar een van het type mini-HDMI. Met andere woorden heb je een omvormer of speciale mini-HDMI-naar-HDMI-kabel nodig.

Wanneer de laptop opengeklapt is doet het denken aan een 15-inch MacBook Pro: waar bij de meeste notebooks het toetsenbord in de hele breedte wordt gebruikt doen Apple – en ook T-bao dus – dat niet. Daardoor heb je te maken met enorme ‘randen’ links en rechts. Echter, bij de MacBook Pro wordt die ruimte weer opgevuld met een speakergrill.

Natuurlijk is er een toetsenbord en touchpad aanwezig. Beide zijn… degelijk? Ik vind met name het toetsenbord niet prettig typen. Het touchpad voldoet op zich wel, maar het kan absoluut niet tippen aan die van de MacBook’s of de los verkrijgbare Magic Trackpad.

Het design ziet er relatief modern uit voor een laptop die zo goedkoop is. Ik zie mezelf ook zeker wel een notebook kopen met een vergelijkbaar design, mits het betere hardware heeft.

Display

Een mooi scherm is natuurlijk meer dan welkom. Laptops worden steeds vaker uitgerust met een scherm die veel pixels bevat. Neem bijvoorbeeld mijn MacBook Pro, met zijn 2880×1800 pixels. De meeste laptops hebben een Full HD-scherm. Ook de T-bao beschikt over zo’n resolutie van 1920×1080 pixels. Het betreft overigens een 15,6-inch paneel. Dat is in mijn ogen de perfect spot wat betreft grootte; 13 inch is wat aan de kleine kant, 17 inch maakt een laptop vaak weer te lomp.

Maar goed, dat terzijde verder. Resolutie is ook niet alles natuurlijk. Er zijn talloze andere zaken waar op gelet moet worden. Zo is het een mat scherm, in plaats van glanzend. En omdat de helderheid al niet zo gigantisch hoog is, werkt dat matte alleen maar in het voordeel. Het reflecteert minder, dus dat is erg welkom.

De kijkhoeken zijn wat minder, zoals in de foto hiernaast ook te zien is. Dit zie ik echter bij veel laptops terug, ook binnen de hogere prijsklassen.

Wat me tot slot opvalt is dat het scherm een lage verversing lijkt te hebben. Bij het scrollen zie je dat heel duidelijk.

Het is geen slecht display verder. Het grootste pluspunt is de resolutie zelf, en het feit dat het mat is. Ook de grootte ervan is perfect. Minder is de werkelijke kwaliteit van het scherm, maar dat neem ik op de koop toe.

Hardware

De T-bao heeft een quad-core 1,44 GHz Intel Atom x5-Z8350-processor met Intel HD Graphics 400, samen met 4 GB DDR3L RAM en 64GB eMMC-opslag. Dat laatste is natuurlijk uitbreidbaar tot 128 GB middels een TF-kaart.

Dus… hoe presteert deze beauty? Nou, laat ik voorop stellen dat het geen snelheidsmonster is. Dat mag je ook niet echt verwachten. Maar het valt mij persoonlijk nog niet eens zo tegen eigenlijk. Het kan er zeker wel mee door.

Ik besloot een benchmark test te doen met Geekbench 4. Daaruit kwamen de volgende scores:

  • Single-core: 845
  • Multi-core: 2131

Als je zo kijkt valt dat erg tegen. Zelfs de multi-core score, ondanks de vier cores. Ter perspectief: de ‘meest slome’ Mac – de  11-inch MacBook Air, eind 2010 – die getest is met Geekbench 4 komt uit op een single- en multi-core score van respectievelijk 987 en 1626. De single-core score van een ruim 7-jaar oude laptop ligt dus hoger als die van de T-bao. Multi-core prestaties zijn dan wel weer beter, maar dat mag ook wel: de T-bao heeft een quad-core processor, waar de MacBook Air het moet doen met twee rekenkernen. De kloksnelheid ligt overigens ongeveer gelijk.

Met 4 GB aan werkgeheugen zit je al snel aan een limiet. Na het opstarten is al zo’n 2 GB in gebruik, de helft dus. Open een paar tabbladen in Chrome, en je schiet daar ruimschoots overheen. Na het openen van alleen mijn website in die browser was alweer 2,5 GB RAM gebruikt. En er is geen teken van een mogelijkheid tot upgraden. Met dubbel zoveel geheugen zou de laptop merkbaar sneller kunnen worden.

64 GB opslagruimte is verder ook niet echt veel, alleen al omdat je uiteindelijk – door de Windows-installatie – nog maar 57 GB hiervan overhoudt. En na installatie van enkele programma’s, en een hoop voorgeïnstalleerde heb je al tot zo’n tien gigabytes gebruikt. Gelukkig kun je dit geheugen wél uitbreiden tot 128 GB meer, middels een TF-kaart. Als je dat doet heb je toch weer ruim 190 GB aan opslag, dat scheelt weer.

Het is niet allemaal zo heel slecht. Ik heb voor de gein op Coolblue gekeken naar laptops van rond dezelfde prijs, en het valt me op dat je voor minimaal 50 euro meer vergelijkbare hardware krijgt. Dus: een Intel Atom-processor met Intel HD Graphics 400, 2 of 4 GB RAM en 64 GB opslag. Dus wat dat betreft is de T-bao zeker wel een prima deal als het gaat om de hardware.

Maar goed, hoe zit het dan met de praktijk? De laptop is niet snel, om te beginnen. Programma’s die niet zwaar zijn doen er ook even over om te openen, bijvoorbeeld Google Chrome. En dat is echt wel te wijten aan processor. Maar het grootste probleem is – en hier heb ik het eerder over gehad – het RAM-geheugen. Chrome vreet aardig wat weg van dit geheugen en omdat het al aan de karige kant is heb je aan 4 GB gewoon te weinig als je van plan bent de laptop te gaan gebruiken voor wat zwaardere taken.

Gelukkig hoeft niet iedereen meer dan één programma tegelijk te gebruiken. Voor die groep mensen voldoet de hardware dan ook wel prima eigenlijk.

Software

De T-bao draait op een recente versie van het Windows 10-besturingssysteem. Na het instellen van de laptop heb ik ‘m meteen bijgewerkt naar de allernieuwste versie. Je wilt immers goed beschermd zijn tegen virussen en andere malafide zaken, toch?

Er valt veel te zeggen over Windows en Windows 10 in het speciaal. Als iemand die inmiddels enkele jaren gewend is aan Apple’s macOS-besturingssysteem kan ik natuurlijk allerlei slechte dingen verkondigen over Windows. Tegelijkertijd is het natuurlijk zo dat ik er nog altijd dagelijks mee werk, onder meer voor programma’s als Microsoft Visual Studio en Microsoft Visio. Dus ik ben het niet verleerd ofzo.

Los van de wat matige performance werkt Windows gewoon goed op de T-bao. Er staat verder wat bloatware op, maar gelukkig ook weer niet zoveel. Op dat punt scoort de laptop dus eigenlijk al wel goed.

Conclusie

Ik ben zelf de wat duurdere/high-end notebooks gewend. Dus mijn conclusie over de T-bao Tbook R8 kan wat ‘biased’ zijn. Maar zoals ik bij eerdere reviews van producten van GearBest al heb aangegeven is het belangrijk rekening te houden met de prijs. De laptop kost namelijk maar zo’n €200. Op Coolblue kon ik maar één andere laptop vinden die zoveel kost. Eentje met een kleiner scherm, lagere schermresolutie, lagere processorsnelheid, evenveel werkgeheugen en evenveel opslaggeheugen. En als ik eerlijk mag zijn is het design van die laptop ook niet zo mooi als van de T-bao.

Met andere woorden krijg je mijn inziens meer waar voor je geld bij de T-bao Tbook R8. Dat is mijn eindconclusie.

Review: Lenovo Cardio Plus HX03W

Een tijdje terug schreef ik een review over de MPOW D6 Smart Bracelet waar ik zeker niet ontevreden over was. Ik kreeg van GearBest weer een smartband om te testen, deze keer van een wat bekendere fabrikant: Lenovo! De Lenovo Cardio Plus HX03W om precies te zijn.

In deze review ga ik in op het design, de setup-procedure, hardware en software. Uiteraard sluit ik weer af met een conclusie.

Design

De Lenovo doet qua uiterlijk sterk denken aan de MPOW D6 die ik eerder testte, al sluit het scherm wat meer naadloos aan op de rest. Ik vind ‘m persoon sowieso wat mooier ogen dan de MPOW. Het is een simpel, maar functioneel design. De smartband weegt daarnaast amper wat. En dat is precies wat nodig is bij een apparaatje als deze. Immers gebruik je ‘m voornamelijk bij sportieve activiteiten. Overigens, dankzij de IP68-resistantie kan de smartband goed tegen water en vuiligheid. De MPOW D6 moest het doen met IP67. Het bandje, dat gemaakt is van thermoplastisch elastomeer, zit ook prima om de pols. Het is een soft materiaal dat wat doet denken aan de siliconen bandjes van de Apple Watch, tegelijkertijd voelt het ook weer wat steviger. Dat is geen minpunt, want in mijn ogen is het verder gewoon een goede materiaalkeuze.

Onderop de smartband vind je een hartslagmeter. Haal je het ding uit de smartband, dan krijg je een USB-poort te zien waarmee je ‘m oplaadt. Dat is eigenlijk niet anders als bij de MPOW die ik testte, al haal je de Lenovo in z’n volledigheid uit de band. Bij de andere smartband haal je ‘m meer uit een soort omhulsel.

Een simpel, maar functioneel design zoals ik eerder al aangaf: dat is de beste manier om te omschrijven wat ik vind van de buitenkant van de smartband.


Setup-procedure

Bij mijn review over de MPOW D6 gaf ik aan dat de setup-procedure kinderlijk eenvoudig was. En qua procedure zélf is het bij de Lenovo Cardio Plus niet echt anders, wel sneller! Althans, het pairen via Bluetooth ging sneller.

Ook bij deze smartband gebruik je een app hiervoor. Na het downloaden moet je je registreren en inloggen. Vervolgens geef je wat informatie mee over jezelf, zoals je lengte en gewicht, daarna kun je een smartband koppelen. Het bevestigen van de koppeling doe je op de smartband zelf.

En voor de rest… tja, voor de rest is het een kwestie van uitzoeken wat deze smartband allemaal in huis heeft. Dat komt hierna natuurlijk!

Hardware en software

Vanzelfsprekend is de smartband voorzien van hardware dat bepaalde functies mogelijk maakt. Er zit een scherm op, er een CPU aanwezig, er is Bluetooth, er is een hartslagmetertje enzovoort. Natuurlijk zal ik daar wat dieper op ingaan, en wel… nu.

Laat ik beginnen met het scherm: deze is 0,98 inch groot (een verschil van 0,11 inch t.o.v. de MPOW D6) en heeft een resolutie van 128×64 pixels (meer dan de MPOW, maar qua pixeldichtheid amper tot geen verschil). En oh ja, het is een OLED-scherm.

De smartband heeft een Nordic 52832-chip gepaard met 64 KB RAM en 512 KB opslaggeheugen ingebouwd., exact hetzelfde als bij de MPOW. Het lijkt allemaal magertjes, maar voor een apparaatje van deze klasse heb je niet meer nodig. Natuurlijk is er trouwens ook Bluetooth, versie 4.2 om precies te zijn. En tot slot zit een 85 mAh accu in die in slechts ongeveer een uurtje opgeladen is. Stand-by gaat de smartband tot 7 dagen mee, aldus GearBest. Ik heb dat zelf niet getest, maar ik denk dat het wel een realistische schatting is.

Ik vertelde eerder al dat de Lenovo Cardio een hartslagmeter heeft. Hoe doet deze het? Laat ik voorop stellen dat – zeker bij producten zo goedkoop als deze – een dergelijke sensor vaak verre van accuraat is. Dat betekent niet dat het meteen faalt, maar wel dat als je iets zoekt dat zo betrouwbaar mogelijk is, je beter kunt kijken voor bijvoorbeeld een Apple Watch. Het is bewezen dat die van alle smartbands en smartwatches zeker weten één van de beste hartslagmeter heeft.

Maar terugkomende op die van deze smartband: bij mijn korte test bleef de sensor in rusttoestand 65-80 BPM aangeven. Dat lijkt me redelijk, en het is zeker wel in lijn met hoe het in de meest ideale situatie gewenst is. Bij sportieve activiteiten zal dat echter totaal anders zijn en betwijfel ik of het nog wel klopt.

Datzelfde valt te zeggen over de stappenteller. Die gaf bij mij na een paar seconden ‘hardlopen’ al aan dat ik 15 stappen gezet had. Dat is toch niet bepaald zoals het hoort te zijn. Het kan zijn dat de bewegingen die ik maakte gewoon niet zo ‘echt’ waren, immers was het puur een test die ik binnenshuis uitvoerde.

Hoewel een smartband niet bedoeld is als horloge zit er wel een klokje op met datumweergave. Een leuk extraatje.

Al met al is de software niet echt uitgebreid, maar dat is ook precies wat je verwacht van een smartband. En de hardware is in mijn ogen prima. Niet uiterst geavanceerd, maar ook weer niet ondermaats voor een apparaatje zo goedkoop als deze.


Conclusie

De Lenovo Cardio Plus HX03W is een simpele, maar prettige smartband om te dragen. De basisfunctionaliteit voldoet en ondanks afwijkingen in de metingen door de hartslagmeter en stappenteller zou dat mij er niet van weerhouden ‘m te gebruiken bij het hardlopen. Immers vallen die afwijkingen ook weer redelijk mee; het had veel erger kunnen zijn. Laten we ook niet vergeten dat de Lenovo goedkoop is: voor zo’n twee tientjes bij GearBest haal je er al eentje in huis.

Dus ja, zo erg is het ook weer niet. Het is een degelijke smartband voor een lage prijs. Het heeft z’n plus- en minpunten, en ik denk dat de pluspunten toch net de overhand hebben hier.

Review: Onda V10 4G Phablet
Onlangs kreeg ik van GearBest een tablet om te testen: de V10 4G Phablet van het merk Onda! In deze review vertel ik over mijn bevindingen met het apparaat. Daarbij komt het design, scherm, de hardware, camera en het besturingssysteem aan bod.

Design

De Onda V10 4G Phablet voelt… goedkoop aan. Goedkoper als de smartphones die ik hiervoor getest heb. De tablet is van plastic gemaakt, al voelen de randen gedeeltelijk aan als aluminium. Tegelijkertijd heb ik het idee dat ook dat gewoon plastic is. Je vindt aan de rechterkant (als je hem in liggende positie houdt) een aan-/uit knop, twee volumeknoppen en een koptelefoonaansluiting aanwezig. Verder zit bovenop een micro-USB poort. Achterop zit een een cameramodule met daarin de flitser. Onderaan tot slot nog twee speakers, welke overigens niet meer dan ‘decent’ zijn.

Opvallend aan de achterkant is een stukje dat je los kunt trekken. Hierin vind je niet één, niet twee, maar drie kaartsloten voor o.a. uitbreiding van opslagruimte en twee simkaarten. Je kunt middels een TF-kaart tot 128 GB extra opslag krijgen.

Of je er wat aan hebt is natuurlijk geheel aan de gebruiker. Zelf vind ik het prima dat ze de optie bieden, maar het ziet er erg ‘goedkoop’ uit. Want het zit verborgen achter een plastic plaatje in plaats van een sleuf zoals meestal het geval is.

Toch is het design niet alleen maar negativiteit hoor. Qua looks kun je toch een redelijk mooi uitziend apparaat verwachten.

Scherm

Het scherm is overduidelijk één van de grootste minpunten van de tablet. Het apparaat heeft een scherm met resolutie van 1920×1200 pixels en is 10,1 inch groot. De beeldverhouding is 16:10. Je zou zeggen dat met deze resolutie de tablet het prima doet, maar dat is niet zo: de kwaliteit doet eerder denken aan dat van een 720p-scherm. Ook de kijkhoek is enigszins belabberd, maar voldoet in mijn ogen wel voor een tablet binnen deze prijscategorie.

De helderheid is prima. Niet fantastisch, maar prima. Hetzelfde geldt voor de kleuren. In tegenstelling tot sommige techsites voer ik geen uitgebreide tests uit met kleurwaarden, helderheid en dat soort dingen. Ik kijk vooral naar wat mijn persoonlijke ervaringen zijn, en vergelijk ook wat met andere toestellen. Niet alleen met mijn iPhone X die €1156 heeft gekost, ook met de andere Android-toestellen die ik voor GearBest heb mogen testen.

Hardware

Dan de hardware. Meteen met de neus in de feiten: de Onda V10 4G Phablet heeft een 1,3 GHz octa-core MTK6753-processor, 2 GB DDR3 RAM en 32 GB aan eMMC-opslagruimte. Ik besloot een GeekBench-test te doen en daarbij kwam naar voren dat de tablet een resultaat van respectievelijk 598 en 2511 haalt bij de single-core en multi-core performance.

In de praktijk valt het wat tegen. Op zich gaat het navigeren snel genoeg, maar ik had last van crashes bij onder meer de Play Store. Het leek maar net genoeg allemaal.

Het is allerminst een prettige gebruikservaring, laat ik daarover duidelijk zijn. Maar goed, dat voor nu even terzijde. Er is namelijk meer. Zo heeft de Onda Bluetooth 4.0 ingebouwd en 802.11a/b/g/n/ac met dual-band (2.4 en 5 GHz). Daarnaast is een GPS aanwezig, en zelfs mobiel internet (2G, 3G en 4G). Tot slot zit er een 5200 mAh accu ingebouwd. Dat lijkt veel, maar geloof me: het valt aardig tegen. Alleen de Apple iPad mini (1e generatie) en iPad mini 3 zaten onder dat nummer. En die hebben een kleiner scherm. Desalniettemin voldoet het wel trouwens. De Onda-tablet gaat lang genoeg mee op een normale dag. Een uitgebreide test heb ik niet gedaan, maar wel van een dusdanig niveau dat ik kon vaststellen dat de accuduur prima is bij licht tot middelmatig gebruik.

De hardware valt wat tegen, daar zal ik niet om liegen. Ook voor een tablet binnen deze prijscategorie, al zeg ik dat waarschijnlijk, omdat ik smartphones van binnen hetzelfde prijssegment heb getest die het beter deden. Het is voor mij vooral een twijfelgeval. Het zijn eigenlijk ook vooral de crashes die de ervaring verslechteren, maar dat eerder te wijten aan de software dan aan de hardware. Qua snelheid in het algemeen is het niet meer dan oké, denk ik?

Camera

Foto’s maken met een tablet is niet bepaald de eerste gedachte die in je opkomt, toch komt het eigenlijk bijna niet meer voor dat er geen camera te vinden op deze apparaten. Apple heeft zelfs de camera van de iPhone 7 in de laatste iPad Pro-modellen zitten wat – ook in mijn ervaringen – heel goede foto’s opleverde. Toch wil ik bij dit onderdeel niet kritisch doen. Want waar de camera op een smartphone onmisbaar is tegenwoordig, zal dat bij tablets niet het geval zijn voor de meeste mensen. Ik vind het zelf niet belangrijk, althans. Of dat voor jou geldt… tja, dat is geheel aan jezelf.

Eerst maar even de specs. Ik zal beginnen te zeggen dat dit op papier de slechtste camera is in een mobiele telefoon of tablet die ik in jaren gebruikt heb. Voorop vind je een 2-megapixel camera, achterop nog eentje met 5 megapixels. Het grappige: op de productpagina van GearBest wordt het woord ‘decent’ gebruikt om de camera mee aan te duiden: “Decent dual cameras for capturing memorable moments and high quality pictures in daily life.” Zelfs dat is al een wat groot woord, maar goed… wie weet valt het in werkelijkheid wel mee?

Ik had enkele foto’s gemaakt met de tablet, echter lukte het me niet deze naar me te mailen. Dus ik zal proberen te beschrijven wat voor foto’s het waren en hoe deze eruit zagen. Ik had een foto gemaakt van mijn MacBook Pro en eentje van mijn Apple TV-afstandsbediening, beide in vrijwel dezelfde lichtomstandigheden (niet donker, maar ook niet licht). De camera had nogal moeite met focussen op de objecten. Het resultaat was, helemaal vergeleken met mijn iPhone X erg donker en ‘vaag’. Ongeveer op het niveau van hoe de Bluboo S1 4G Phablet het deed.

Zoals een wijs man op YouTube al eens zei: “Camera’s in smartphones become these major differentiation factors. Pay more, you get more.” Dat gaat ook hier op. Wil je een goede camera, koop dan geen toestel binnen deze prijsklasse. Dat is de beste tip die ik je kan geven in deze review. 😉

Software

De Onda draait op Android versie 7.0, dat inmiddels al ruimschoots opgevolgd is door Android 8.0. Het is al zo dat veel apparaten met dit besturingssysteem niet vaak grote updates krijgen, laat staan bij budget smartphones of tablets zoals deze. Dat is een missertje, maar nog niet zozeer hét probleem. Immers zou het pas erg zijn als een versie van minimaal twee jaar oud erop zou staan.

Wat wel het grootste probleem is: het betreft geen stock Android. En ik denk dat min of meer daar de fabrikant de plank misgeslagen heeft. De processor is niet zo krachtig en er is maar 2 GB RAM aanwezig. Het effect had wellicht verminderd kunnen worden als er niks aan het OS gedaan was. Nu zijn onder meer de icoontjes aangepast (waarvan sommige ook nog eens van slechte kwaliteit zijn) en voelt het geheel nogal ‘goedkoop’ aan.

Ik zal verder geen woorden vuil maken aan de software. Het is gewoon een tegen valler in mijn ogen. Had er ‘stock’ Android op gestaan, dan was mijn opinie waarschijnlijk al een stuk positiever geweest.

Conclusie

Zoals je hebt gemerkt ben ik erg kritisch over de Onda-tablet. Dat is niet om het ding alleen maar af te zeiken, maar om subjectief te blijven. In mijn ogen voldoet de tablet gewoon niet aan mijn verwachtingen, zelfs voor iets dat binnen dit prijssegment valt.

Dat wil niet zeggen dat het alleen maar flopt. Qua design gaat het nog wel. Puur hoe hij eruit ziet is het op zich wel mooi allemaal. Het voelt wat goedkoop in de hand, maar dat hoeft niet per definitie een minpunt te zijn voor iedereen. Het scherm is veruit de grootste tegenvaller hier. Ook de prestaties zijn niet bepaald hoogstaand, maar bij licht tot middelmatig gebruik kun je verwachten dat hij goed meekomt. De camera is op zijn beurt ook weer een tegenvaller, maar eerlijk gezegd niet veel meer als de Android-smartphones die ik heb mogen testen voor GearBest.

Zou ik ‘m aanraden? Mijn advies: kijk verder op GearBest. Genoeg andere tablets te vinden die ongeveer net zo duur zijn, maar mogelijk betere specs hebben. Toch geïnteresseerd geworden na deze review? Je koopt de Onda V10 4G Phablet uiteraard bij GearBest

Review: Chuwi ILIFE V7 robotstofzuiger
Na al die artikelen over smartphones en andere alledaagse gadgets vond ik het wel eens tijd voor een review over een heel ander iets: een robotstofzuiger welteverstaan! Ik mocht van GearBest de Chuwi ILIFE V7 testen en reviewen. Ik besloot het meteen wat anders aan te pakken als normaal en gaf de stofzuiger – uiteraard pas na er zelf ook even mee te hebben gespeeld – aan mijn lieve Omaatje. Zij kon wel een nieuwe stofzuiger gebruiken, en wat is er nou leuker dan je grootouders helemaal enthousiast maken voor moderne technologie?

In deze review beschrijf ik dan ook de algemene zaken, aangevuld met zowel mijn eigen ervaringen als die van mijn Oma. Lees snel verder!

Design

De Chuwi ILIFE V7 is om te beginnen zeker geen pareltje om te zien, maar tegelijkertijd kan ik ook niet zeggen dat hij lelijk is. Het oogt wat goedkoop, en dat mag ook wel. Gelukkig gaat het om een robotstofzuiger, en niet om een smartphone waar je de hele dag mee rondloopt.

Mijn robotstofzuiger kwam in de kleur saffierblauw, al is alleen het grootste deel van de bovenkant in die kleur. De rest is wit, of ’transparant’ zwart. Qua materiaal is het in principe gewoon plastic. Het ding weegt aardig wat, maar dat is vrij logisch eigenlijk. Verder zit bovenop een klep die je open kunt maken om de stofzuigerbak te legen.

Features

Natuurlijk is dit het belangrijkste gedeelte, de features. Immers gaat het om een robotstofzuiger. Eentje die in staat is uit zichzelf je huis schoon te maken… toch? Laten we de features eens nader bekijken, en dan lees je daarna of die functies ook echt nuttig zijn.

Hetgeen dat de ILIFE V7 een robotstofzuiger is uiteraard… het feit dat hij kan stofzuigen. De zuigkracht bedraagt volgens GearBest 400 Pascal (Pa) / 0,004 bar etc). Ter vergelijking, een gemiddelde stofzuiger heeft een zuigkracht van 80.000 Pa / 0,8 bar. Een aardig verschil dus. Dat is meteen iets om mee rekening te houden, en ik zal later uitleggen waarom. Naast het zuigen veegt de ILIFE ook wat middels het borsteltje onderop en een plaat met daarop stof die bijvoorbeeld strepen kan verwijderen.

Het ‘beste’ aan de robotstofzuiger is hoe autonoom het is. Of ja… hoe autonoom het probeert te zijn. Voorop en onderop zitten allerlei sensoren die moeten voorkomen dat het ergens tegenaan botst of bijvoorbeeld van een rand af kiepert. En vooral dat laatste wil je niet hebben met zo’n groot ding. Het gedeelte waar al die sensoren zitten is zelf ook een sensor trouwens. Een ‘druk’ sensor om precies te zijn. Mocht hij iets niet hebben gezien en onverhoopt ergens tegenaan rijden, dan weet de ILIFE dit en remt dan.

What’s more? Er zit een accu van 2500 mAh in, wat minder is als de iPhone X die een accu van 2716 mAh heeft. Maar natuurlijk maak je niet constant gebruik van een robotstofzuiger, dat scheelt al een hoop. Ik heb eerlijk gezegd ook niet uitgebreid getest hoe lang hij meegaat, maar je hoeft in ieder geval niet bang te zijn dat hij leeg is en op een willekeurige plek stil blijft staan: als hij bijna leeg is, rijdt het ding vanzelf terug naar het oplaadstation.

Verder zit er nog een afstandsbediening bij, waarmee je de ILIFE kunt activeren. Er zitten zelfs pijltjesknoppen op zodat je hem handmatig kunt bijsturen. Er is ook een knop aanwezig waarmee je ‘m rondjes laat draaien, en je kunt een timer instellen. Tot slot is er een app beschikbaar, al heb ik deze niet geprobeerd. Wellicht omdat ik de meegeleverde afstandsbediening meer dan voldoende vond en zelfs de voorkeur gaf.

Ervaringen

Ikzelf (Tom)
Voordat ik inhoudelijk in ga op mijn persoonlijke ervaringen met de ILIFE V7: de robotstofzuiger komt met een Chinese adapter voor het opladen. Dit betekent dat je hem in ieder geval niet in Nederland kunt gebruiken, tenzij je een speciale reisstekker koopt. Deze kosten gelukkig vrijwel niets en zijn makkelijk te verkrijgen. Maar het is iets om rekening mee te houden. Zeker omdat het uiteindelijk zeker twee weken duurde voordat ik echt optimaal gebruik kon maken van de ILIFE V7.

Maar goed, tot dusver mijn enige échte ‘klacht’. Hoe zit het met mijn ervaringen? Ik zal beginnen met zeggen dat het instellen erg eenvoudig is. Dat is niet eens echt nodig. Er zit een knop bovenop waar ‘CLEAN’ op staat. Dit was in eerste instantie wel even vaag, omdat ik ervan uit ging dat één druk op de knop het apparaat activeert én deze begint met rondrijden. Maar voordat-ie dat doet moet je hem aan zetten middels een schakelaar die tussen een plaat met stoffen ondergrondje, en de ‘base’ zit. Vervolgens druk je twee keer op ‘CLEAR’. De eerste keer om hem uit de slaapmodus te halen, dan nog een keer om hem echt te activeren. Hij begint dan met rondrijden en zuigt ondertussen het vuil op.

Ik gaf eerder aan dat de zuigkracht van de ILIFE V7 400 Pa is en dat het verschil met een normale stofzuiger best groot is. Je merkt dat ook wel: de robotstofzuiger kan wel kleine vuiltjes zoals kruimels, haren en andere kleinigheden aan, maar meer dan dat ook niet. Dit scheelt wel weer, gezien het niet al te grote stofzuigerbakje.

Het rijden zelf gaat niet altijd even vlekkeloos. De ILIFE stoot vaker ergens tegenaan dan je zou willen en verwachten. Zelfs bijvoorbeeld onder een stoel tussen de poten door botst hij regelmatig. Daarnaast maakt het rare patronen door het huis; in plaats van nette lijnen te maken gaat hij geregeld zijdelings rijden. Dus erg consistent is het niet. Toch moet ik zeggen dat hij over het algemeen beter z’n werk doet dan ik had gedacht. Als er ruim voldoende ruimte tussen obstakels zit dan pakt-ie dat goed op. Ook herkent hij bochtjes en hoeken dusdanig goed dat er vaak netjes vloeiend omheen gereden wordt. En hij remt tijdig af bij (de meeste) objecten. Behalve voor de kat, die gaat er zelf als een haas vandoor zodra de stofzuiger in de buurt komt!

Dankzij de meegeleverde afstandsbediening kun je indien nodig de ILIFE zelf besturen. Zowel volledig als bijvoorbeeld dat je een beetje bijstuurt (mocht de stofzuiger ergens vast blijven zitten).

Het onderhouden van het ding is makkelijk, omdat je in principe alleen het stofzuigerbakje moet legen zodra deze vol zit. En dat is veel minder moeite als met een gewone stofzuiger. En mocht bijvoorbeeld het borsteltje dat ronddraait beschadigd raken, dan zit er eentje bij waarmee je deze kunt vervangen.

Ik vond het vooral een ‘geinig ding’ om eens uit te proberen. Zou ik er zelf eentje willen? Mwa, ik zou waarschijnlijk voor de wat meer prijzige Roomba van iRobot gaan. Al weet ik niet of die daadwerkelijk véél beter is.

Mijn Oma
Zoals ik in het begin zei heb ik de ILIFE aan mijn Oma gegeven. Aangezien ik er zelf toch verder geen gebruik van zou gaan maken en ik haar ermee blij kon maken dacht ik “Ach, waarom ook niet?” Onder voorwaarde dat zij een korte review zou geven natuurlijk!

Mijn Oma prees het feit dat de ILIFE zichzelf prima overal naartoe wendt, en vond het prettig hem zelf te kunnen besturen middels de afstandsbediening. Ze gaf wel aan dat hij niet over het vloerkleed kan; zodra deze er tegenaan rijdt gaat het er een stukje overheen, vervolgens blijft hij vast zitten en moet men de stofzuiger er zelf af halen. Ze vond het verder leuk dat de ILIFE uit zichzelf teruggaat naar het oplaadstation, of zoals mijn Oma het beschreef: zijn huisje.

Conclusie

Tja, waar zal ik beginnen? Ik gaf bij mijn eigen ervaringen al aan dat hij vooral een geinig ding is om te hebben, en ik er zelf niet snel eentje zou aanschaffen. Ik vond ‘m ook niet echt geweldig als het gaat om obstakels vermijden, maar hij deed z’n best. Aan de andere kant heb ik wel weer mijn Oma blij gemaakt met deze robotstofzuiger. En het is ook gewoon grappig om ‘m te zien rondrijden, zelfs als hij continu ergens tegenaan stoot. Sterker nog, juist dát maakt het natuurlijk grappig. Mijn Oma vond het zelf wel weer praktisch van nut.

Dus ja… Heb ik echt klachten? Niet echt eigenlijk. Moet je ‘m in huis halen? Nou, als je nog niet eerder een robotstofzuiger hebt gehad en je zou er wel een willen zonder daarvoor al teveel te betalen, dan zou ik ‘m zeker wel aanraden. Je koopt de Chuwi ILIFE V7 bij GearBest voor een prijs van rond de €150.

Review: UMIDIGI Crystal 4G Phablet

Er zijn zoveel smartphones met het Android-besturingssysteem erop in de omloop, dat het vrijwel onmogelijk is geworden de juiste te vinden. Eentje die je voor een prikkie kunt kopen bijvoorbeeld, maar dan wel dat je toch goede prestaties en een goede camera en scherm in een mooi jasje ervoor krijgt. Ik mocht voor GearBest de UMIDIGI Crystal 4G Phablet testen om mijn lezers vertellen of dat het geval is. Is dit een goede smartphone voor een lage prijs? Je leest het in deze review!

Design

De UMIDIGI Crystal 4G Phablet heeft een typisch ‘industrieel’ design met scherpe hoeken. Het oogt wat gedateerd, net als bij de andere Chinese smartphones die ik heb getest trouwens. Dat neemt niet weg dat het een mooi design is. Simpel, maar enigszins elegant en bovenal modern.

De voorkant bestaat voor het grootste deel uit een scherm, met onderaan een gedeelte waar onder meer een selfie-camera zit. De achterkant, dat van glas is, bevat een dubbele camera, vingerafdrukscanner (die overigens ook weer gigantisch snel is) en onderaan vind je een logo van de fabrikant en nog wat andere tekst. Aan de linkerkant zitten drie knoppen: een aan/uit-knop en twee volumeknoppen. Aan de andere zijde zit nog een simkaartslot, onderop een USB-C poort om het toestel te kunnen opladen en bovenop een koptelefoonaansluiting.

Al met al kan ik zeggen dat dit een aardig mooi toestel is om te zien. Ik zou ‘m in ieder geval zeker wel showen aan anderen!

Scherm

Over het scherm valt weinig slechts te zeggen: het betreft een 5,5-inch ‘Corning Gorilla’-glas display met resolutie van 1920×1080 pixels. Alles is helder en duidelijk. Het is zeker niet het beste scherm op de markt (bij verre na zelfs), maar door de grootte is het al wel prettiger bij mediaconsumptie.

Net als bij de vorige Chinese smartphones die ik voor GearBest getest heb valt mij op dat de zwartwaarden bij lange na niet zo mooi zijn. Dat is ook wel te verwachten van een gemiddeld LCD-scherm, maar zelfs vergeleken met de meest recente iPhone-modellen die een LCD-scherm hebben is een verschil zeker zichtbaar.

Maar goed, over het algemeen is het een prima schermpje op een goedkope telefoon. En dat is wat telt, toch?

Prestaties

Dit is het punt waar de UMIDIGI wat matig op presteert. De vorige smartphones die ik testte voor GearBest waren ook niet al te snel, maar in dit geval leek het regelmatig alsof de telefoon moeite had met zelfs de meest simpele taken. Let’s break it down, shall we?
 
Je vindt binnenin een 1,5 GHz quad-core MTK6737T-processor van MediaTek. gepaard met een Mali-T720-gpu, 2 GB aan werkgeheugen en 16 GB opslagruimte. De hoeveelheid RAM valt ook wat tegen, zeker als je bedenkt dat de Bluboo S1 4G Phablet maar liefst drie keer zoveel aan RAM heeft. En dat toestel kost maar een paar tientjes meer.
Zoals altijd heb ik met Geekbench 4 een benchmark test uitgevoerd om te zien hoe de processor daadwerkelijk presteert. De UMIDIGI haalde hierbij een single-core score van 671 en een multi-core score van 1886. Dat is beide meer als de VKworld Mix Plus die ik ook getest heb, maar minder als bij de Bluboo S1 4G. Vooral wat betreft multi-core prestaties, al komt dat door het verschil in het aantal rekenkernen. Wat overigens wél een pluspunt is bij de UMIDIGI: je kunt de opslagcapaciteit uitbreiden met maar liefst 256 GB middels een TF-kaart.
Goed, wat is er nog meer? Oh ja, de accu natuurlijk, die heeft een capaciteit van 3000 mAh. De accuduur is niet geweldig, maar ook zeer zeker niet slecht. Het is… acceptabel. Als je het mij vraagt tenminste. Natuurlijk hangt dit geheel af van je gebruik.

Je krijgt voor dit geld gewoon prima prestaties. Maar voor gaming is het toestel in ieder geval niet geschikt, helaas.

Camera

Dan natuurlijk de camera, nog zo’n belangrijk onderdeel van een smartphone. De gemiddelde persoon neemt geen dure spiegelreflex meer mee, toch willen ze op ieder moment een plaatje vast kunnen leggen. De smartphone biedt die mogelijkheid als geen ander. Een smartphone zonder camera vind je eigenlijk niet eens meer. Het is tegenwoordig vooral de vraag geworden: hoe goede foto’s kun je maken met een smartphonecamera. Vanzelfsprekend hangt dat volledig af van de specificaties, maar ook van eventuele software-aanpassingen.

De UMIDIGI heeft zelf twee camera’s achterop en eentje voor. Achterop een 13-megapixel en een 5-megapixel lens. Voorop zit dan nog een andere 5-megapixel camera. Zoals ik al vaker heb gezien met smartphones die GearBest aanbiedt is er weinig bekend over verdere specs, zoals het diafragma. Gelukkig kun je die data wel uit de foto’s zelf halen. En wat blijkt: het diafragma van de 13-megapixel camera is gelijk aan die van de iPhone 4, of bijvoorbeeld de telelens van de iPhone 7 Plus en 8 Plus: f/2.8. Veel verbaast het me ook niet eigenlijk, aangezien de lenzen maar weinig licht door laten. Zie het voor jezelf in onderstaande foto’s.

De kwaliteit valt hoe dan ook tegen, ondanks de al erg lage prijs van het toestel. En ter informatie: de foto’s die ik hiervoor laat zien zijn gemaakt in relatief goed belichte omstandigheden. Ik zou de UMIDIGI niet overwegen als je van plan bent foto’s te gaan maken.

Software

Dan nog even de software. Ik wil hier niet teveel woorden over kwijt, behalve wat voor besturingssysteem je op het toestel vindt, en wat de ervaring hiermee is.

Net zoals bij de andere smartphones die ik namens GearBest heb getest draait Android op de UMIDIGI, versie 7.0 om precies te zijn. Zoals ik eerder vertelde bij het onderdeeltje Prestaties voelt het toestel niet bepaald vlotjes aan. Het scheelt dat voor stock Android is gekozen, daardoor ‘valt de schade mee’, maar het is jammer dat er niet meer in zit. Een gemiste kans als je het mij vraagt.

Conclusie

En we zijn weer aangekomen bij de conclusie! Ik zal het kort proberen te houden. Voor mij de grootste pluspunten van de UMIDIGI Crystal 4G Phablet zijn het moderne ‘boxy’ design en het 5,5-inch Full HD-scherm. De minpunten: de processor, het werkgeheugen en vooral de camera. Daar kan ik gewoon niet omheen helaas. Wie van plan is alleen maar te bellen en whatsappen (of sms’en, voor wie dat nog doet), kan dit een prima toestel zijn. Ook gewoon als tijdelijke vervanger mocht je reguliere smartphone bij de reparateur liggen trouwens. Daar blijft het wel zo’n beetje bij.

Geïnteresseerd? Je koopt de UMIDIGI Crystal 4G Phablet bij GearBest voor een prijs van rond de €100.

Review: Xiaomi WiFi Router 3G
Smartphones, tablets, laptops, software, je ziet het allemaal voorbijkomen op Dutch Tech Blog. Over routers amper een woord. Waarom? Tja, dat is een goeie. Want het is toch een van die dingen waar ik een gedrocht van een ding van heb, terwijl ik eigenlijk heel veel zou moeten geven om goede netwerkkwaliteit. Dus kreeg ik van GearBest de kans om een routertje te proberen, namelijk de Xiaomi WiFi Router 3G. Wat maakt deze router zo goed, en wat juist niet? Maar vooral: hoe presteert het tegenover een router van bijvoorbeeld Linksys? Je leest het allemaal in deze review!

Design

Een router staat in principe maar ergens in de meterkast te verstoffen normaal, dus zou design niet relevant moeten zijn… toch? Niet mee eens in mijn geval, want deze router staat in het zicht op mijn kamer. Dus voor mij persoonlijk is een design dat een beetje fatsoenlijk oogt zeer welkom.
De Xiaomi WiFi Router 3G ziet er prima uit. Modern vooral, mede dankzij de witte kleur. Maar hij is ook licht, en gecombineerd met het plastic materiaal voelt hij nogal goedkoop aan. Dat is jammer, maar goed… hij staat wel altijd op dezelfde plek en ik hoef ‘m in principe bijna nooit vast te houden. Dus dat is wat mij betreft niet het grootste probleem. De looks wel, en op dat punt scoort de router een mooie 7.
De router heeft een design waarbij het van ‘dik naar dun’ gaan. Of eigenlijk beter gezegd, waarbij van de ene naar de andere kant steeds dunner wordt. Er zijn laptops die er ook zo uitzien, zoals de MacBook (Air). In elk geval ziet de Xiaomi-router er netjes uit. Hij voelt goedkoop aan, maar oogt zeker niet zo.

Aan de voorkant vind je in elk geval een lampje, dat je overigens via de bijbehorende app kunt uitschakelen. Achterop zijn vijf aansluitingen te vinden: een voor de voeding, een internetaansluiting, twee netwerkpoorten en een USB 3-poort. Dat laatste kan worden gebruikt om bijvoorbeeld een externe opslagdevice op aan te sluiten die dan op afstand te bereiken is.

Setup en beheer

Het instellen van de router was best wel even pittig de eerste keer. Zoals altijd wanneer je een router instelt ga je in de webbrowser naar het IP-adres, in dit geval 192.168.31.1. Maar alles was in het Chinees! De eerste keer ging het dan ook mis en lukte het niet de router in te stellen zoals ik het wilde. Bij de tweede keer ging het wél goed. Eenmaal ingesteld kon ik gebruik maken van de applicatie – Mi Wi-Fi’ – die via de App Store te downloaden is. En ja, die is wél gewoon in het Engels.

Wat me meteen nog wel meeviel van deze app was dat deze er zeker niet knullig uitziet én dat hij al aangepast is voor de iPhone X. Alleen daarvoor al kudo’s naar Xiaomi toe. De applicatie is verder vrij uitgebreid. Je kunt per band (2.4 of 5 GHz) bepalen of je deze wel/niet wilt gebruiken, je kunt hierbij de encryptie selecteren en vanzelfsprekend de naam en het wachtwoord. Ik heb het vrij eenvoudig gelaten. Het normale 2.4 GHz-netwerk heet ‘AIVD Station’, en het 5 GHz-netwerk heet ‘AIVD Station_5G’. Je kunt ook kiezen hoe goed de signaalsterkte moet zijn en of je het netwerk wilt verbergen (ook wel bekend als het uitschakelen van ‘SSID Broadcast’).

In de app kun je tevens de snelheid en betrouwbaarheid van het netwerk testen, al viel mij op dat hier dan geen 100% ‘accurate’ gegevens bij worden getoond. Ik gebruik liever Speedtest.net hiervoor. En wat kun je nog meer beheren? Onder andere zoals ik eerder aangaf is er een optie om het LED-lampje aan de voorkant uit te schakelen, je kunt een externe opslagschijf aansluiten op de USB 3.0-poort, je kunt de router herstarten, updaten en meer. Wat betreft het uitdelen van IP-adressen heb je ingebouwde DHCP, maar kun je ook zelf een IP-range kiezen. Verder is er ondersteuning voor VPN’s (die je bijvoorbeeld kunt krijgen via VPNverbinding.nl), kun je een timer instellen, heb je opties voor QoS (Quality of Service), kun je een gastnetwerk activeren enzovoort enzovoort.

Tot slot kun je allerlei ‘statistieken’ bijhouden over het internetgebruik via de router. Dus welke apparaten zich allemaal hebben aangemeld hebben op het netwerk, hoe lang deze hier gebruik van hebben gemaakt en hoeveel verkeer er overheen is gegaan.

Netwerkkwaliteit en hardware

Een router is natuurlijk bedoeld om uiteindelijk te kunnen internetten, dus focus ik bij dit onderdeel echt op dat aspect van het apparaat.

De Xiaomi WiFi Router 3G heeft zoals aangegeven drie netwerkaansluitingen, waarvan een een internetaansluiting is. Alle poorten ondersteunen een snelheid tot 1 Gbps, dat is tegenwoordig de ‘standaard’. Wat betreft de draadloze verbindingen kun je 802.11a/b/g/n/ac verwachten. Ook is er ondersteuning voor dual-band 2,4 GHz als 5 GHz, welke respectievelijk een snelheid tot 300 Mbps en 867 Mbps halen.

Qua security biedt de router WPA-PSK en WPA2-PSK. Er is ook WEP aanwezig (onder de naam ‘Not encrypted’), maar als je slim bent laat je die bij voorbaat al achterwege. Want, zoals de naam dus al zegt biedt WEP geen encryptie. En dan is er nog de overige hardware, die ook niet onbelangrijk is natuurlijk: een MT7621A-processor, 128 MB flashgeheugen en 256 MB DDR3 RAM-geheugen.

Al met al een stabiel routertje als het aankomt op de binnenkant. Maar waar het voor mij echt om gaat is hoe stabiel de netwerkkwaliteit is. Want mijn vorige router, een Linksys N1700, deed het op dit gebied tamelijk slecht. Het grootste probleem: binnen een dag na een herstart is de snelheid erg laag, zelfs als je er echt langs staat. Ook vlak na een herstart viel de snelheid trouwens tegen. Ik wilde weten hoe de Xiaomi het doet en voerde meermaals een speedtest uit met Speedtest.net. Op mijn MacBook Pro uit 2015 en mijn iPhone X. Bij beide apparaten voerde ik twee testen uit en pakte hiervan het gemiddelde.

De resultaten vind je hieronder.

MacBook Pro: 
PING: 13 ms
DOWNLOAD: 172,20 mbps
UPLOAD: 20,61 mbps
 
iPhone X:
PING: 14 ms
DOWNLOAD: 192,50 mbps
UPLOAD: 20,95 mbps
Zoals je ziet zijn dit zeer uitstekende resultaten, en dat merk je bij het dagelijks gebruik. Ik kan app-updates en software-updates op m’n iPhone veel sneller binnenhalen als voorheen. Normaal ben ik al snel geneigd tijdelijk over te schakelen op het mobiele netwerk, omdat dat sneller ging dan via de router. Dat is bij de Xiaomi niet meer het geval. Dus om die reden alleen al is dit voor mij de beste router die ik ooit gebruikt heb.

Conclusie

De Xiaomi WiFi Router 3G is een apparaatje van slechts een paar tientjes. “Dat kan nooit een stabiel ding zijn”, was mijn eerste gedachte. Maar na enkele weken testen neem ik die woorden terug. Dit is veruit één van de beste routers, zo niet dé beste router die ik ooit getest heb. Het setup-proces was een tegenvallertje, maar met wat handigheid is hij zo ingesteld. Qua design moet je niet het beste van het beste verwachten, maar gelukkig staat de router toch altijd op dezelfde plek en heeft het voor mij maar één functie: stabiel draadloos internet bieden. En dat is precies wat het doet.

Mijn tip als je een nieuwe router zoekt: koop de Xiaomi WiFi Router 3G nu bij GearBest!

Review: MPOW D6 Smart Bracelet
Ik schrijf voornamelijk over smartphones en tablets op deze website, maar waar blijven dan eigenlijk de smartwatches, smartbands enzovoort? Tja, die zijn – op die van de Apple Watch na – nergens te bekennen! Maar daar komt nu wat verandering in gelukkig: namens GearBest testte ik de MPOW D6 Smart Bracelet, een ‘slim’ bandje dat je gewoon net als een horloge om je pols kunt doen. In deze review ga ik in op het design, de setup-procedure, hardware en software. Vanzelfsprekend sluit ik af met een conclusie!

Design

De MPOW D6 Smart Bracelet ziet er op het eerste gezicht al uit als hoe zijn soort eruit hóórt te zien: simpel, noch elegant. Ik heb weleens eerder een slimme armband gehad, van Xiaomi welteverstaan, maar daaraan ontbrak het een en ander. Het grootste gemis: een scherm! De MPOW D6 beschikt hier wel over, waarover zometeen natuurlijk meer.
Het design voelt prima aan op de huid, dankzij het zachte materiaal. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Apple Watch is er geen gebruik gemaakt van aluminum of roestvrij staal, dit maakt dat het apparaatje met name tijdens het sporten fijner in gebruik is. Ook omdat de ‘smart bracelet’ gewoon ultralicht is.
De smartband heeft verder een USB-aansluiting, een hartslagmeter (die ik nog zal vergelijken met die van de Apple Watch!) en één touch-capacitive knop. Laatstgenoemde bevindt zich onder het schermpje.

Setup-procedure

Het instellen van de MPOW D6 was kin-der-lijk eenvoudig, en zelfs dat is nog een understatement. Waar ik weleens bij goedkopere producten zie dat setup-procedure ervan veel tijd en gedoe in beslag neemt was dat hier niet het geval.  Je installeert via je de App Store of via Google Play de app ‘Mpow Smart’, die gratis te downloaden is. Op het boekje dat meegeleverd wordt met de smartband vind je nog een QR-code naar beide app stores. In de app moet je een account aanmaken als je die nog niet hebt, en vervolgens log je in. Je wordt gevraagd wat over jezelf in te vullen, zoals je leeftijd, gewicht en lengte. Die informatie is relevant voor het kunnen tonen van goede bewegings-gerelateerde informatie. Daarna registreer je de smartband. Natuurlijk moet je die eerst aanzetten, dat doe je door 5-7 seconden lang het touch-knopje onder het scherm ingedrukt te houden.
Hij start dan op. In de app koppel je de smartband dan, dat gaat gewoon via Bluetooth. Bij mij werd de MPOW D6 binnen 5 seconden getoond. Door erop te tikken wordt de koppeling voltooid en kun je gelijk gebruik maken van het apparaatje.
In geschrift lijkt het toch nog wel aardig wat, maar in werkelijkheid is het echt geen moeite. Voor mij één van de grootste pluspunten.

Hardware

Dan de hardware. Smartphones, tablets en natuurlijk vooral laptops en desktops komen altijd met top-notch hardware. Smartwatches en smartbands hebben echter veel minder ruimte. Toch hoeft dat niet meteen te betekenen dat de hardware slecht is, integendeel.
Eerst dat schermpje. De MPOW D6 heeft een OLED-scherm van 0,87 inch (2,21 cm), met een resolutie van 124 x 32 pixels. Dat staat gelijk aan zo’n 147 pixels per inch. Niet slecht als je het mij vraagt. De Apple Watch heeft meer pixels, maar moet dan ook sowieso meer informatie tonen. En daar zit het ‘m: de MPOW toont eigenlijk voornamelijk de belangrijkste data. Meer daarover zometeen natuurlijk! Het apparaatje is in elk geval voornamelijk bedoeld voor bij het sporten bijvoorbeeld, dus veel pixels zijn niet echt nodig.
De smartband beschikt over een NRF52832-chip waar alle hardware in zit, inclusief Bluetooth 4.2. De kloksnelheid is 64 MHz en er zit 64 kB aan SRAM (Static Random Access Memory) in de chip. Eigenlijk hoef ik weinig woorden vuil te maken aan informatie over de chip, want zoals ik al aangaf heeft een smartband als deze geen zware taken te vervullen. Er zijn geen echte animaties in de software te vinden, dat scheelt ook weer wat. Kortom, de prestaties zijn… prima!
Zoals ik eerder aangeef is er een hartslagmeter aanwezig. Bij een snelle test en vergelijking met die van de Apple Watch (die wordt beschouwd als één van de meest betrouwbare hartslagmeters op een smartwatch) viel op dat de MPOW er niet gruwelijk ver naast zit. Wel duurt een meting erg lang, wat jammer is.
Verder zit er een accuutje van 90 mAh in die volgens de fabrikant zo’n 15 uur lang in stand-by tijd meegaat. Volledig opladen van het dingetje duurt zo’n 1,5 uur. In mijn ervaringen ging het apparaatje lang genoeg mee op een dag.

Allemaal niet veel bijzondere zaken, maar dat hoeft ook niet voor een apparaatje als deze… Maar waar het wél om gaat, is natuurlijk de software!

Software

Dan zijn we aangekomen bij… je raadt het al: software! Zoals ik eerder vertelde is er één knopje aanwezig, onder het scherm. Dat is dus bedoeld voor alle navigatie. Het is in mijn ogen wat simplistisch toegepast, maar het werkt wel degelijk. Wil je je stappenteller zien, dan tik je er een keer op wanneer je klokje zichtbaar is (zie je die niet, dan tik je eerst om die tevoorschijn te halen). Tik je nog een keer, dan kom je bij de hartslagmeter. Nog een keer tikken brengt je bij de kilometerteller. Een tikje verder is te zien hoeveel kilocalorieën je verbrand hebt. En dat is het wel zo’n beetje.
De applicatie waarover ik verteld heb (Mpow Smart) biedt alle informatie ‘groot’ op je telefoon. Daarnaast kun je je instellingen wijzigen, zoals of je de content op het scherm verticaal of links/rechts horizontaal wilt weergeven. Ook is er een optie die je kunt inschakelen om bij het optillen van je pols de tijd te tonen (zonder daarvoor op het knopje te hoeven tikken).
Er zijn nog meer opties beschikbaar zoals ‘Find my phone’ voor het terugvinden van je telefoon, slimme herinneringen, de sterkte van de trillingen en wekkers. Ook kun je een andere taal kiezen. Momenteel is er ondersteuning voor 11 talen, waaronder Engels. Nederlands zit er helaas niet tussen. Je kunt de app/smart band trouwens ook koppelen met de Gezondheid-app op je iPhone. Hierbij heb je de mogelijkheid data over je stappen, hartslag en slaapritme te synchroniseren.
Aan software-functionaliteit dus eigenlijk geen gebrek. Het komt niet in de buurt van wat een Apple Watch kan, maar bedenk wel dat er sprake is van een prijsverschil van minimaal zo’n €390 (!!!). Daarnaast heeft de MPOW D6 voornamelijk een functionele rol, terwijl de Apple Watch ook als fashion-product dient voor veel mensen.

Conclusie

Het speerpunt van de MPOW D6 Smart Bracelet is toch wel die prijs. De smartband kost letterlijk geen drol, terwijl het precies doet wat ervan verwacht wordt. En in principe zou hij zonder al teveel problemen zeker een dag mee moeten kunnen gaan, al heb ik dat niet in de praktijk getest. Ook de snelle en gemakkelijke instel-procedure was voor mij een enorme pro. Het scherm is wel erg klein, maar hey! Er zit tenminste een scherm op. Niet iedere smartband heeft dat. Dus voor mij is dit enerzijds een pluspunt, anderzijds een minpuntje. Tja, wat valt er verder nog op aan te merken? Ik kan in elk geval niets verzinnen.
Review: Bluboo S1 4G Phablet
Onlangs schreef ik een review over de VKworld Mix Plus 4G Phablet, waarin ik vooral het design van het toestel prees, maar ook het feit dat er stock Android op draait. Deze keer een andere Android-smartphone: de Bluboo S1 4G Phablet, die ik ook weer namens GearBest heb mogen testen. Net als bij de vorige review focus ik op het design, het scherm, de prestaties, camera en software.

Design

In mijn vorige review zei ik al dat smartphones binnen de lagere prijsklasse vaak geen al te ‘premium’ design hebben. De VKworld veranderde mijn mening daarover compleet, grotendeels door de glazen achterkant. Maar hoe doet de Bluboo S1 4G Phablet het?

Wat mij meteen al opviel toen ik het toestel vastpakte is dat het ‘warmer’ aanvoelt. Dat komt, omdat er gebruik wordt gemaakt van een hard plastic, in plaats van bijvoorbeeld roestvrijstaal. De VKworld Mix Plus voelde nogal ‘koud’ aan. Natuurlijk went dat na verloop van tijd, maar toch. De Bluboo voelt wat dat betreft veel fijner aan en nodigt meer uit. Ondanks het plastic voelt de telefoon zeker niet goedkoop aan. Dat is mede door het gewicht, maar ook door de grootte. Daarnaast zorgen de afrondingen bij de randen voor een relatief stevige grip bij het vasthouden.

In tegenstelling tot bij de VKworld Mix Plus vind je bij de Bluboo S1 4G Phablet een thuisknop. Wat de twee wel beide hebben is een camera onderin in plaats van bovenin. Boven is de speaker te vinden, voor de rest bestaat het scherm bijna heel de voorkant. Achterop is het logo van de fabrikant te zien, een dubbele (!) camera en natuurlijk de flitser.

Aan de rechterzijde heb je een aan-/uitknop en twee volumeknoppen, aan de andere kant een SIM-kaartslot en aan de onderkant tot slot een speaker en microfoon, evenals een USB-C poort om het toestel op te kunnen laden. Allemaal geen schokkende zaken.

De Bluboo S1 4G Phablet is zeker geen bijzonder telefoon om te zien, maar ik vind ‘m fijner vasthouden dan de VKworld Mix Plus. En aangezien we steeds langer met onze telefoon in de hand zitten ligt de voorkeur dan ook bij een fijne grip.

Scherm

In mijn review over de VKworld Mix Plus was ik zowel positief als kritisch over het scherm. Ondanks dat het even groot was als de Plus-modellen van de Apple iPhone, was het toestel makkelijker vast te houden. Wel leverde je op het gebied van resolutie in. Bij de Bluboo S1 4G Phablet is dat niet het geval. Ook bij deze telefoon krijg je een 5,5-inch scherm in een compactere vormfactor vergeleken met een iPhone én je krijgt dezelfde resolutie van 1920×1080 pixels (401 pixels per inch). En het is zeker wel een prima schermpje om naar te kijken.

Wat mij na een eenvoudige test met een zwarte achtergrond meteen opviel is dat de zwartwaarden wat hoger zijn als bij de VKworld-smartphone. Bij een witte achtergrond lijkt het erop dat de Bluboo een warmere tint laat zien tegenover een koele. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan de koelere tinten, maar een warmer scherm leest aan de andere kant wel weer fijner. Verder is de helderheid meer dan voldoende bij dagelijks gebruik. Alles is leesbaar, ook als er wat meer licht op het scherm schijnt.

Je ziet uiteindelijk nog steeds het een vrij goedkoop paneeltje is, maar de kwaliteit is zeer zeker niet slecht. Je krijgt wat je ervoor betaalt, zullen we maar zeggen.

Prestaties

De Bluboo S1 4G Phablet is geen krachtpatser als het aankomt op prestaties in de praktijk, maar sloom is hij evenmin. Binnenin bevindt zich een MediaTek MT6757CD (16nm) 8-core processor dat verdeeld is in vier kernen met een kloksnelheid van 2,39 GHz én vier kernen die op een snelheid van 1,69 GHz draaien. Dit gaat gepaard met 6 GB aan werkgeheugen. Wat ik ook heb kunnen ontdekken is dat er een Mali-T880 (16nm) GPU in zit die een kloksnelheid van 850 MHz heeft. Over het aantal cores kon ik helaas niets vinden, behalve dat het tot 16 cores kan hebben.

Tot zover dan de specs. Immers kan zelfs een telefoon met de krachtigste chip niet altijd even snel aanvoelen als er softwarematig geen optimalisaties gedaan zijn. Ik heb eerst even een benchmark-test uitgevoerd met Geekbench 4. Het resultaat hiermee is een single-core score van 740 en een multi-core score van 3244. Dat is beide beter als bij de VKworld, met name als we kijken naar de multi-core test. Dat is mede te danken aan die extra vier kernen dat de processor heeft, maar ook de hogere kloksnelheid per kern helpt hier natuurlijk bij.

In de praktijk is het… voldoende. Dat klinkt misschien niet heel erg bemoedigend, maar let wel: dit is een smartphone die – net als de VKworld – geen drol kost. Je moet geen ultrasnelle processor verwachten. Wel krijg je al meer RAM dan bij dat andere toestel, dat is een pluspunt. En je merkt het verschil wel degelijk. Nog even terug naar de prestaties. Ik besloot bij wijze van test Angry Birds RIO te installeren, een spelletje dat niet gigantisch veel power vereist. En ja, dat gaat probleemloos! In tegenstelling tot bij de VKworld had ik geen last van frame dropping, wat inhoudt dat het aantal frames per seconde lager is dan zou moeten. Voor mij is met deze test al duidelijk geworden dat dit toestel zeker wel geschikt is voor games, mits ze niet teveel graphics-kracht vragen.

Waar ik het ook nog even over wil hebben is de vingerafdrukscanner. In mijn vorige review schreef ik nog hoe sprakeloos ik was over die van de VKworld. Zodanig zelfs dat ik niet verwachtte dat een andere smartphone hieraan kon tippen! Maar ik had het mis: de Bluboo S1 4G Phablet heeft een vingerafdrukscanner die in principe net zo snel is.

Tot slot dan nog even de accuduur. Ben je iemand die de hele dag op z’n telefoon zit? Dan heb je waarschijnlijk niet genoeg aan de 3500 mAh accu die erin zit. Het lijkt veel, en op papier is dat ook zo. Maar waarschijnlijk is de processor niet efficiënt genoeg (dat zou me ook niet verbazen vanwege het 16 nanometer procedé) ter compensatie. Je komt de dag door bij licht en middelmatig gebruik, that’s it.

Al met al is de Bluboo S1 4G Phablet snel genoeg voor de meeste gebruikers. Je kunt ervan uitgaan dat je een prima gebruikservaring krijgt. Er zit een zeer snelle vingerafdrukscanner op (voorop trouwens, niet achterop!) en de accuduur is genoeg voor de lichte gebruiker.

Camera

De Bluboo beschikt niet over twee, maar over drie camera’s: twee achterop en natuurlijk eentje voorop. Deze zijn respectievelijk 16, 3 en 8 megapixels. De 3-megapixel camera is bedoeld om foto’s met een blur-effect te maken, een beetje zoals Portretmodus op de iPhone 7 Plus, 8 Plus en X. Helaas heb ik deze functie in mijn tests niet bepaald kunnen gebruiken. Dus ik besloot me tot de hoofdcamera te wenden. En… tja, wat zal ik zeggen? Oordeel zelf maar? Net als bij de vorige review richt ik me tot het maken van een foto van de Apple TV-remote. Op deze manier kun je namelijk meteen de prestaties bij weinig licht testen. Links/boven de Bluboo S1 4G Phablet, rechts/onder de iPhone X.

En de kwaliteit is verre van perfect. Toch ben ik wel van mening dat het voldoet voor een smartphone binnen zijn prijsrange, en de foto komt wat beter uit de verf dan die gemaakt met de VKworld. Maar laten we het vooral op dat eerste houden: voor wat je betaalt voor het toestel is het net voldoende.
Tegelijkertijd is het ook niet zo eerlijk om alleen deze foto als voorbeeld te gebruiken. Ongetwijfeld presteert de camera buiten beter. Maar in mijn ogen fungeert het voorbeeld als een soort maatstaaf. Een degelijke camera presteert binnen bij weinig licht goed genoeg dat er niet al teveel ruis optreedt en/of er voldoende licht is. Op beide punten presteert de iPhone X ruim voldoende, de Bluboo matig/voldoende.
Natuurlijk kun je geen topkwaliteit verwachten van een budget-telefoon, zoals ik in mijn vorige review al benadrukte.

Software

De Bluboo S1 4G Phablet draait op een grotendeels stock versie van Android 7..1.1. Het enige opvallende dat anders is betreft de iconenstijl. Waar dat bij stock Android normaliter vrije vormen zijn (zonder vaste achtergrond zoals bijvoorbeeld bij iOS het geval is) zijn dit bij de Bluboo ronde icoontjes. In mijn optiek ziet het er wel mooi uit, tegelijkertijd maakt het bepaalde appiconen minder makkelijk herkenbaar.
Verder staat er geen extra bloatware of andere rotzooi op het toestel. Wat dat betreft is de fabrikant goed bezig geweest. Zeker omdat het al niet de aller snelste smartphone op de markt is. Android-telefoons binnen het hogere prijssegment hebben vaak wel een extra laag software bovenop Android, maar door de krachtigere processor zul je daar in principe geen last van hebben. Complimenten naar Blubook voor het zorgen dat Android op dit toestel dus gewoon lekker ‘standaard’ is!

Conclusie

De Bluboo S1 4G Phablet was een interessante smartphone om te testen. Het heeft pluspunten, maar het heeft ook minpunten. Wat ik aan deze telefoon het beste vind is het design, de schermresolutie, de snelheid van de vingerafdrukscanner en het feit dat er een vrijwel geheel stock versie van Android op draait. De prestaties zie ik niet direct als een minpunt, maar ook niet als een pluspunt. Dus ik plaats die er even tussen als twijfelgevalletje. Over de camera was ik het minst tevreden.

Wil je zelf ook deze smartphone kopen? Dat kan! Voor minder dan €€140 haal je de Bluboo S1 4G Phablet al in huis. Een andere smartphone of wat voor gadget dan ook kopen tegen een lage prijs? Ga dan naar GearBest voor de beste deals!
Review: VKworld Mix Plus 4G Phablet
De Apple iPhone X,  Samsung Galaxy S8, Google Pixel 2 XL, OnePlus 5T, HTC U11. Allemaal smartphones waar je vast en zeker al eens van hebt gehoord. Terwijl we bijna zouden vergeten dat er veel meer smartphonefabrikanten zijn. Fabrikanten waar je waarschijnlijk nog nóóit van hebt gehoord. Ik kreeg van GearBest de kans om wat van zulke smartphones te testen. De eerste is de Mix Plus 4G Phablet van VKworld. In deze review ga ik het hebben over het design, scherm, prestaties, camera en software van deze ‘budget-telefoon’ die maar rond de €100 (!) kost.

Design

Het eerste en misschien wel meteen het beste van de VKworld Mix Plus is het design. Meestal wanneer je gaat zoeken naar goedkope smartphones vind je in principe alleen designs van plastic en nogal licht gewicht. Maar deze smartphone loopt op dat punt flink voor op de concurrentie. Het toestel is voorzien van glas op zowel de voor- als achterkant. Dit glas is volgens de fabrikant 2.5D ‘Gorilla Glass’. Verder is het toestel omgeven door een soort roestvrijstalen band. Dit laatste geeft de VKworld een stevig gevoel in de hand. Het glas laat het weer redelijk luxe aanvoelen.
Als ik heel eerlijk mag zijn vind ik het – op de voorkant na – een mooiere telefoon om te zien dan mijn iPhone 8 Plus. En dat zegt volgens mij wel heel wat. Over de iPhone 8 Plus gesproken: de VKworld is kleiner dan dat toestel, terwijl de schermgrootte hetzelfde is. Hoe dat komt? Dankzij het (vrijwel) randloze design lukt het om veel scherm in een kleinere vormfactor te krijgen. Het gevolg is dat onder meer de camera naar beneden is verplaatst. En dat ziet er in mijn ogen niet zo mooi uit.

Scherm

Anno 2017 willen we niet alleen maar een goed scherm hebben, we willen een ‘randloos’ design dat alleen maar uit scherm bestaat. Veel high-end smartphones, waaronder de iPhone X, hebben dit inmiddels al. Zoals ik in het vorige stuk al zei is onder andere de camera naar onderen verplaatst. Het lijkt zo alsof de telefoon omgekeerd is, dat oogt wat minder mooi. Maar dat is natuurlijk volledig subjectief. Immers, niet iedereen vind bijvoorbeeld de ‘notch’ van de iPhone X mooi.
De VKworld beschikt over een 5,5-inch ‘on-cell’ display met een resolutie van 1280×720 pixels, ongeveer 267 pixels per inch. Dat is weinig, zeker als je bedenkt dat er smartphones rond dezelfde prijsklasse zijn met een resolutie van 1920×1080 pixels. Ter vergelijking: de 12,9-inch iPad Pro heeft een resolutie van 2224×1668 pixels met slechts 3 pixels per inch minder.
Is het dan zo’n slecht scherm? Nee, zeker niet hoor. Wat ik onder meer een dikke pluspunt vind bij dit scherm is dat de kleuren zeer helder zijn.

Het is ook gewoon een ‘responsive’ display. Daarmee bedoel ik: het reageert snel genoeg op aanrakingen. Bij goedkope smartphones valt vaak op dat deze vereisen dat je bijvoorbeeld harder drukt, of simpelweg dat er niet meteen op input gereageerd wordt. Daar had ik bij de VKworld-telefoon absoluut geen last van.

De helderheid van het scherm is trouwens ook goed. Ik kon niets vinden over de technische specificaties, maar heb wel vast kunnen stellen dat het scherm meer dan helder genoeg is in het dagelijks gebruik. Ondanks de wat lagere resolutie springt onder meer videocontent er daardoor echt uit. Wel zijn de zwartwaarden niet optimaal, dat is minder.

Al met al is heeft de VKworld Mix Plus een mooi scherm. Ongetwijfeld ook wel één van de betere in haar prijsklasse. En dat is wat mij betreft wel een flink compliment.

Prestaties

De VKworld Mix Plus heeft een ‘MediaTek’ MTK6737 Quad Core 1.3GHz-processor gepaard met 3 GB aan RAM en 32 GB opslaggeheugen. De processor is zeker niet één van de snelste, en dat merk je in het gebruik ook. Voordat ik daarop inga even de resultaten van een benchmark-test met behulp van Geekbench. Deze applicatie biedt een globaal beeld van de prestaties van een smartphone, tablet of pc, al is het geen garantie voor de prestaties in de praktijk.
De Mix Plux haalde een score van 553 (single-core) en 1557 (multi-core). Ter vergelijking, bij de iPhone 8 Plus is dit respectievelijk 4272 en 10428. Nog een vergelijking: de iPhone 5/5c uit 2012 heeft een vergelijkbare score (zowel single-core als multi-core). Maar ik ben hier niet om de processor af te zeiken. Immers gaat het hier om een smartphone met het prijskaartje van een keertje goed uiteten. Terwijl een iPhone tegenwoordig zoveel kost als een premium laptop. Dus echt een eerlijke vergelijking is het niet.
Maar goed. Hoe presteert de Mix Phone dan in de praktijk? Zoals ik eerder zei merk ik dat het zeker geen snel beestje is. Ook de 3 GB aan RAM (evenveel als in de iPhone 7 Plus, 8 Plus en X) is wat karig, zeker bij Android dat over inferieur geheugenbeheer beschikt. Regelmatig heb ik last gehad van crashende apps, draadloos internet dat pas na een herstart weer functioneerde enzovoort. Ik gaf aan dat qua input in principe geen vertraging is, maar het komt wel voor dat door de matige processorkracht animaties met moeite ‘meebewegen’ met de vinger van een gebruiker.
Het is een redelijk capabel toestel als het gaat om hardware. Maar meer dan dat is het niet. Als je geen zware apps gebruikt en je beperkt tot bijvoorbeeld de telefoon, mail, WhatsApp, camera webbrowser enzovoort… mja, dan moet het wel goed komen. Zodra je wat zwaardere apps gaat gebruiken raakt het RAM-geheugen al snel vol en heeft de processor moeite om alles bij te benen.
Wat ik wel nog even als groot pluspunt wil aanmerken is de vingerafdrukscanner. Ik weet niet hoe het ze gelukt is, maar deze telefoon heeft een snellere scanner als de iPhone 8 Plus! Een aantal keren ontgrendelt het toestel niet (al voel je wel altijd een trilling), maar meestal wel. En als het werkt, dan werkt het ook hartstikke goed. Misschien ligt het aan de animaties, maar ongetwijfeld zal het ook te danken zijn aan gewoon goede hardware. Het is gewoon een uiterst snelle en relatief betrouwbare vingerafdrukscanner.

Camera

De VKworld Mix Plus beschikt over twee camera’s. Eentje achter en eentje voor. Deze zijn respectievelijk 13 megapixels en 8 megapixels. Over zaken als het diafragma is helaas niets bekend.

Hieronder twee voorbeelden, waarbij ik de camera van de Mix Plus vergelijk met die van de iPhone 8 Plus. De eerste is gemaakt met de camera achter, de andere met de camera voor.

Wat meteen opvalt is dat de Mix Plus veel moeite heeft met het binnen laten van licht. Er is weinig detail aanwezig. Natuurlijk is het maar een 8 megapixel camera achterop, alsnog valt het erg tegen. En voordat je zegt “ja maar de foto is bij weinig licht gemaakt”: dat valt wel mee. Ik heb er bewust voor gekozen geen foto bij daglicht buiten te maken, omdat je dan niet goed kunt testen hoe de camera omgaat met weinig licht. En dat is toch een belangrijk aspect geworden bij smartphonecamera’s.

Ik heb geen uitgebreide tests met deze camera gedaan, omdat ik met het soort foto’s als de eerste al meteen kan zien of het wel of geen goede camera is. Het is niet mijn intentie de camera van dit toestel af te kraken, want zoals ik meermaals heb benadrukt kost ‘het ding’ maar rond de €100. De eerste smartphone die met ongeveer zo’n prijs een topcamera heeft moet ik nog tegenkomen. De camera is het meest geschikt voor foto’s bij voldoende daglicht en als je verder geen eisen stelt aan de kwaliteit.   Daar houdt het ook mee op.

Software

De VKworld Mix Plus draait op een vrijwel geheel ‘stock’ versie van Android 7.0. Veel smartphones komen met een soort extra software-laag erbij met veel bloatware. Daardoor is de ervaring dan altijd erg ondermaats. Bij de Mix Plus worden wel custom icoontjes gebruikt, maar over het algemeen is alles lekker standaard. Voor mij persoonlijk is dat een zeer welkome ontwikkeling bij smartphones. Want hoewel ik eigenlijk iOS prefereer boven Android, vind ik dat laatstgenoemde steeds gemakkelijker en fijner in het gebruik aan het worden is.
Nadeel met veel Android-smartphones is wel dat er vrijwel tot helemaal geen updates voor worden uitgebracht. Een toestel wordt vaak met een bepaalde versie geleverd, en daar moet je het maar mee doen. Dat is jammer, maar begrijpelijk. Immers kost het tijd en geld om een software-versie dusdanig aan te passen aan een bepaald toestel. En dat hebben met name de kleinere fabrikanten beide niet.
Alsnog ben ik blij te zien dat er geen bloatware op het toestel staat. Daar kunnen veel fabrikanten nog van leren!

Conclusie

Ik heb al eens eerder een Android-smartphone gehad, de LG Nexus 5X. Dat was een toptoestel voor een bedrag ruim het dubbele van die van de VKworld Mix Plus. En de Android-versie daarop was volledig ‘stock’. Een verademing met smartphones als de Samsung Galaxy-lijn bijvoorbeeld.
En toen kreeg ik de VKworld Mix Plus. Wat vind ik er nou uiteindelijk van? Om te beginnen de bouwkwaliteit. Die is echt, werkelijk waar meer dan prima. Ik zou liegen als ik zeg dat het niet in de buurt komt van hoe een iPhone voelt. Het toestel voelt robuust en premium in de hand. Dat was voor mij het grootste pluspunt van de smartphone.
Minder te spreken ben ik over de schermresolutie. Ja, de iPhone 6, 6s, 7 en 8 hebben allemaal een resolutie die niet veel hoger is. Maar je ziet het verschil toch erg goed, hoogstwaarschijnlijk omdat de Mix Plus een groter scherm heeft met toch nog een iets lagere resolutie (oftewel, het aantal pixels per inch is minder). Wel is het scherm gezien de prijsklasse van de smartphone meer dan prima, mits je het puur hebt over zaken als de helderheid, contrast enzovoort. En de prestaties zijn zeker niet de beste, maar iemand die geen zware apps gebruikt zal daar weinig tot niets van merken.
Dan de camera. Hier ben ik het minst over te spreken. De kwaliteit valt – even niet naar de prijs van de telefoon kijkende – erg tegen. Zelfs bij voldoende daglicht moet je geen goede kwaliteit verwachten. Het is prima als je geen eisen stelt aan de kwaliteit, maar aangezien mensen tegenwoordig een DSLR in hun broekzak willen kunnen stoppen zal voor hen deze smartphone overduidelijk geen optie zijn. Maar dan komen we weer voor de zoveelste keer terug op het punt over de prijs. De Mix Plus kost bijna letterlijk geen drol. Daarom vind ik het ook onterecht om hem om die reden aan de schandpaal te nagelen. Ik wil die prijs dus blijven benadrukken voor de twijfelaars onder ons.
Tot slot nog even de software: omdat de Mix Plus grotendeels een stock versie van Android draait werkt dat al fijner als wanneer er een dikke laag bloatware bij zit. Het relativeert net even die paar gebreken dat het toestel heeft voor mij.